Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 30 april 2025


#Hertling, J.# Disp ... ad ductum H. Grotii de J. B. ac P. Heidelberg 1733. #Holtzendorff# Handbuch des volkerrecht. Berlin. 1885. #Jong, J. de# Dissert. Grotianae doctrinae ... de jure criminali Tra. ad Rhen. 1827. #Kaltenborn, C. von# Vorläufer des H. Grotius. Leipzig. 1848. #Klönne, B.H.# Leonardus Marius en H. de Groot. De Katholiek. 1889-90.

Velen hebben bruine oogen en haar. Zij zijn nijdig en vrijpostig en bang door bijgeloovigheid. Wanneer zij spreken, noemen zij de woorden voorop, die het laatst komen moesten. Tegen âld zeggen zij âd, tegen sâlt, sât, ma voor man, sol voor skil, sode voor skolde, te veel om te noemen. Ook voeren zij meest zonderlinge en verkorte namen, waaraan men geene beteekenis hechten kan.

#Vorsterman van Oijen.# Het zegel van H. en W. de Groot. Eigenhaard. 1883, blz. 193. #Voraterman v. Oijen.# H. de Groot en zijn geslacht. Antwerpen. 1883. #Vries, J. de# Een brief v. Maria v. Reigersbergh van H. de Groot. Vaderl. letteroef. 1824. II. blz. 425. #Wagner, B.# De consensu gentium ad H. Gr. Viteb. 1633. #Walter, J.# De praescriptione inter liberasgenter, ad H, Gr. #Witte v.

En oordeel zelf is het te veel gezegd, als we beweren, dat het zijn zangen »per aspera ad astra", uit de diepte naar omhoog. »Liederen van den Opgang", teeder aandoenlijk, warm gemoedelijk; zangen waardoor ons de stille berusting des geloofs, de onwankelbaarheid der hope en de innigheid der liefde van den waren Christen tegen ruischen? Ds.

W.H.J. Weale, Hubert and John van Eyck, Their life and work, London-New York, 1908, p. 70 . Froissart, ed. Kervyn, XI p. 197. Moll, Kerkgesch. II p. 313 vg.; J.G.R. Acquoy, Het klooster van Windesheim en zijn invloed, Utrecht, 1875-'80, 3 vol., II p. 249. Th. a Kempis, Sermones ad novitios no. 28, Opera ed. Pohl. t. VI p. 287. Moll, l.c., II p. 321, Acquoy. l.c., p. 222. Chastellain. IV p. 218.

Het is hun slechts om eene veilige wijkplaats te doen: zij sloopen het grootsche gewrocht om zich woningen te maken, en het paleis wordt een gehucht, een dorp, eindelijk eene stad: Ad Palatium Aspalathum Spalatum Spalato.

Lettr. 195. p. 428. Ego nunc ad tempus aliquod constitui coelo libero frui, et auri vivere, beneficio Memnii, qui praetorii tui usum mihi concessit. Lutet. 19 Maii 1623 Epist. ad Gall. 71. Lips. 1674. Lutet. 11 Jan. 1624. Epist. ad Gallos. 78. Lips. 1674. Neque Thuanus mihi excidit, cujus quotidie libris utor. Balagni 27 Jun. 1623 Ep. a. Gall. 72. Silvanecti 7 Aug. 1623. Ep. a. Gall. 75.

"Lieve hemel," zei Amélie ad rem in den hémel: "als 't 'n erge brand is en de lucht zoo roodgekleurd wordt als laatst bij Van Galen, toen de hooiberg in brand stond, dan kunnen we niet thuis komen, dan ziet 't heele dorp ons.... Eenig. Eenig".... "Ik laat me vallen," steunde mevrouw, blij dat ze 'n uitvlucht had bij de vlucht die te lang duurde.

»Quaedam ad Grammaticam spectantia, linguam Phrysicam, et prima elementa, ante centum quinquaginta et quod excurrit annos conscripta," fol. 3-13: En daarachter: »Fragmentum de literis Frisicis," fol. 14-21.

"Misschien verwondert het u te lezen: "Le solo de Majôsz." Laat ik u even uitleggen, wat hij eigenlijk daarmede bedoelde. De Hongaar, ontegenzeglijk in de techniek een meester van den eersten rang, speelde namelijk Hongaarsche volksmelodieën, waarop hij ad libitum phantaseerde.

Woord Van De Dag

rozen-hove

Anderen Op Zoek