Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 24 juli 2025


Zij kenmerken zich door een geringe grootte, een slanken romp, een tamelijk langen, dunnen hals, een reigerachtigen kop, een langen, rechten, dikken, harden en spitsen, zijdelings samengedrukten, op den rug flauw gewelfden snavel, hooge, slanke voeten met tamelijk goed ontwikkelden achterteen, zeer breede, groote vleugels, een uit groote, breede veeren samengestelden staart en een overvloedig, los aanliggend, zeer bont gekleurd vederenkleed.

De pooten zijn zeer klein en kort; de middelste van de drie voorteenen is met den bijna even langen buitenteen tot aan het tweede, met den korteren, binnensten voorteen tot aan het eerste gewricht vergroeid; de achterteen is zeer klein. In de korte, en tamelijk stompe vleugels steekt de derde handpen voorbij de overige uit. De zeer korte staart bestaat uit twaalf pennen.

In 't diluviale tijdvak bestonden onze hedendaagsche Eénhoevigen reeds. De dieren, die hen in het voorafgaande tertiaire tijdvak vervingen, hadden in plaats van de griffelbeenderen, twee goed ontwikkelde middelvoetsbeenderen, die ieder een achterteen droegen; deze uitgestorven, drieteenige vormen, worden als de voorouders van de hedendaagsche Paarden beschouwd.

De Zandhoenderen of Woestijnhoenderen schijnen, wegens hunne lange vleugels en hun langen staart, slank, maar hebben in werkelijkheid een zeer gedrongen lichaamsbouw. Hun romp is kort, de borst zeer gewelfd, de hals middelmatig lang, de kop klein en sierlijk, de snavel klein, kort, op den rug flauw gebogen. De voeten zijn klein, d. w. z. hebben een tamelijk korten loop en zeer korte teenen, bij de soorten van één geslacht op een eigenaardige wijze verkleind, alle voorteenen tot aan het eerste gewricht en nog verder door een spanvlies verbonden, of gelijk men ook kan zeggen, onderling vergroeid en met vliezen gezoomd; de achterteen is een kort stompje en hooger ingeplant dan de voorteenen, of ontbreekt geheel; de nagels zijn kort, flauw gebogen, stomp en breed. De vleugel is kortarmig, de wiek zeer lang; de slagpennen nemen, bij de eerste te beginnen, gelijkmatig in lengte af; de staart bestaat uit 14

De Hoenderen (Galliformes), die onder de Hoendervogels den hoogsten rang innemen, zijn krachtig en zelfs plomp gebouwd; zij hebben korte vleugels, stevige pooten en een rijk voorzien vederenkleed. Met den gedrongen, korten en hoogborstigen romp is door een korten, hoogstens middelmatig langen hals een kleine kop verbonden. De snavel, die zeer verschillende vormen kan hebben, is in den regel kort, nauwelijks half zoo lang als de kop, soms echter veel langer, bijna even lang als de kop. In 't eerstgenoemde geval is hij breed en hoog, meer of minder sterk gewelfd en aan de spits haakvormig benedenwaarts gebogen, minstens tot een bollen hoornnagel uitgetrokken, het achterste deel meestal met veeren bekleed, waartusschen zich een smalle, vliezige schub bevindt, die het neusgat bedekt; soms dringt deze tusschen de veeren van het voorhoofd door; bij uitzondering is zij met een washuid overdekt. De pooten, de belangrijkste bewegingsorganen van de Hoenderen, zijn steeds zeer krachtig gebouwd, meestal middelmatig hoog; de teenen zijn lang en met korte nagels voorzien. Aan den poot komen krachtige spieren voor; het scheenbeen is, evenals het dijbeen, door een dikke vleeschmassa omgeven; de loop is dik, de voet soms meer, soms minder sterk ontwikkeld. In den regel zijn alle vier teenen aanwezig; soms echter is van den achterteen niets anders zichtbaar dan de nagel; deze ontbreekt slechts zelden. Bij de Hoenderen, welke op den grond leven, is de achterteen (die steeds hooger aangehecht is dan de voorteenen) klein, bij de Boomhoenderen daarentegen tamelijk groot; bij één groep zijn de teenen buitengewoon sterk ontwikkeld. De klauwen, die bij enkele soorten op bepaalde tijden afgeworpen en door nieuwe vervangen worden, zijn meestal kort, breed en stomp, soms echter lang en smal, altijd echter weinig gebogen. De vleugel is in den regel kort (in dit geval sterk, schildvormig gewelfd), bij uitzondering echter zeer lang; het aantal handpennen bedraagt 10 of 11, dat der armpennen 12

De tweede onderorde van de Hoendervogels wordt gevormd door de Kortstaart-hoenderen of Tinamoe's (Crypturiformes). Zij hebben een kleinen en platten kop, met langen, dunnen, weinig gebogen snavel, een langen, dunnen hals, voeten met langen loop en zeer oneffen zool; de achterteen is altijd klein en aanmerkelijk hooger ingeplant dan de onderling niet vereenigde voorteenen; bij enkele soorten is hij zoo weinig ontwikkeld, dat alleen de nagel er van over is; de korte, ronde vleugels reiken niet verder dan tot op den benedenrug; de staart bestaat 10

Hij verschilt van de vroeger beschreven soorten door den langen, gekromden, spoorvormigen nagel aan den achterteen, de lange vleugels en de gelijke bevedering van mannetjes en wijfjes.

Woord Van De Dag

dompelende

Anderen Op Zoek