United States or Ghana ? Vote for the TOP Country of the Week !


"Welnu," zeide mamsel Westphalen, "laat hem begaan! Hij is een wonderlijke oude man, maar hij meent het goed. Maar, Mijnheer Droi, kom nu binnen, en ontdooi een beetje in mijne kamer, want bij dit nare, griezelige weêr kan een mensch het hart in zijn lijf bevriezen." Mijnheer Droi ging dan ook mede, en toen zij nauwelijks gezeten waren, kwam Frits Sahlmann binnen.

Hij sprong op en marcheerde op en neder, met de beeremuts op het hoofd, want hier was het daartoe hoog genoeg en dan stond hij weêr stil en riep: "Luister! Zij marcheer op de marché, op de markt!" en: "Luister!" Dat zijn de "grand canons, de zware geschut!" En mamsel Westphalen zit daar met de handen in haren schoot en zij kijkt hem aan en schudt het hoofd, zeggende: "Waar dat toch eenmaal inzit!

De oude schout keek mamsel Westphalen aan en dan weêr mijnheer den baljuw; hij was geheel ontsteld; al de tegenwerpingen, die hij gemaakt had, waren wederlegd; hij zocht naar nieuwe en vond die niet, totdat hem ten laatste datgene inviel, wat hem op 't laatst altijd inviel; hij krabde zich dus achter de ooren en zeide: "Ja, mijnheer de baljuw, ik moest eerst hooren wat moeder ervan zegt."

"Dat is ook het beste," zegt mamsel Westphalen, "dan zijn wij hem kwijt. Mijnheer Droi, vat eens aan!" En de één van de "grande nation" pakte den ander van de "grande nation" aan de beenen, en Frederik vatte hem boven aan het hoofd; Frits Sahlmann droeg het licht, mamsel Westphalen kommandeerde het geheel, en de molenaar kwam, een' kleinen boog beschrijvende, achteraan.

Klets! krijgt hij een klap op zijn mond, die hem heel bekend voorkwam, daar hij dagelijks van die soort van mamsel Westphalen wel een stuk of drie ontving; dat wil zeggen, zoo bij benadering berekend, want geteld werden ze niet. Frederik bleef echter heel bedaard staan en vroeg: "Hoe zóó dan? Wat meent gij?

Nu, dit geschiedt en de oude bakker Witt trekt zijn' krommen, koperen haarkam van voren naar achteren door het grijze haar, schudt het hoofd en zegt: "Vadertje, ge hebt u daar met eene zaak ingelaten, waar ge veel last van hebben kunt; en op het slot schijnt mij alles ook niet zoo recht pluis te wezen, want mijnheer de baljuw heeft van morgen zijn fijn brood voor 't ontbijt al klokke acht laten halen, in plaats van, zoo als anders, klokke elf, en Frits Sahlmann zegt, dat mamsel Westphalen op den loop gegaan is, en dat geen mensch weet, waar zij gestoven of gevlogen is; en dat de horlogemaker in de burgergevangenis gebracht is, heb ik zelf gezien, en de menschen praten al van standrecht en van doodschieten."

"Voor 't vaderland, burgemeester!" riep mijn oom Herse; "ik heb mij met mamsel Westphalen in eene samenzwering ingelaten en nu heeft de korsikaansche lintworm mij in zijne klauwen; maar eigenlijk is 't wegens het rijtuig van den molenaar en die ellendige domme boeren."

Mijnheer Droi wenschte ook goeden nacht, in 't Fransch, maar hij zag er uit, alsof hij nog iets op het hart had, dat hij niet zeggen kon, of niet durfde zeggen, en mamsel Westphalen zeide zachtjes tot de weversvrouw: "Juffrouw Stahl, gij zijt eene getrouwde vrouw: voor mij past dat niet, help gij den man terecht." En zij gaat heen. Nu gaat de horlogemaker met de weversvrouw ook de kamer uit.

"Heer in den hemel, Frederik!" roept mamsel Westphalen uit, en springt er tusschen in; "zijt gij bezeten? Ge zult hier toch geen moord begaan?" "Diable," zegt mijnheer Droi, en trekt den arm van Frederik terug, en Frits Sahlmann, de onverstandige bengel, rukt het venster open en schreeuwt: "Mijnheer de baljuw, mijnheer de baljuw! Nu gaat het er op los!"

"Doe maar open; dan komt alles weder te recht." Na lang vragen en redeneeren deed mamsel Westphalen toch eindelijk open, en daar stond zij nu: haar aangezicht was rood en de tranen liepen haar langs de wangen. Maar tot op den huidigen dag weet nog niemand met zekerheid, of het van aandoening was of van den rook.