United States or Algeria ? Vote for the TOP Country of the Week !


Stem: Mijn zoetje! Wijs Klaertjen Zou 't paartjen, Liefst zamen alleen, Verzellen Of kwellen, 't Was moeder schier één, Mits 't zusjen Elk kusjen Haar klappen mogt t'huis: Op 't ijs met zijn beiden hield de oude niet pluis.

Nu waren er wel lui, die de waarheid van deze bevindingen eenigszins in twijfel trokken en 't grootste deel er van op rekening stelden van Haasoor's overprikkelde verbeelding, en zijn niet al te zuiver geweten. Maar..... dat het overigens niet pluis was bij den ~Stroeve~, zie! dat stond ook bij hen vast.

Wel zeker, pluis jij die stoelbiezen maar op; de rijke lui zouden zeggen, voor 'en nadissertje.

De dikke herbergier was een guit van een kerel, en nu hij den edelen ridder daar zoo hoorde doordraven, begreep hij terstond, dat het bij dezen in de bovenverdieping niet recht pluis moest wezen.

De bruingekleurde vos met zijn enormen staart en schittervalsche oogen, scheen je toe te roepen "Pas op, 't is hier niet pluis!"

Een minuut of tien verliep in de grootste stilte; alleen verhief zich eene groote vlucht duiven en andere vogels onder groot gekrijsch en getjilp boven het hout. 't Is toch niet pluis, mompelde Dries, anders zouden die vogels niet zoo schreeuwend opvliegen. Zeker de een of andere schooier van een Arabier, die mij hier verraderlijk wil neerschieten.

"Wat doet gij dan dat geweer mee te sleepen?" "Dat heb ik meegenomen om roode of blanke vagebonden af te schrikken." De Yankee keek hem uitvorschend aan, en zei toen: "Hoor eens master! het is niet pluis met u, de dingen zijn niet in den haak. Gij schijnt op de vlucht te zijn, en toch houd ik u voor een onschadelijken sukkel. Waar wilt gij eigenlijk naar toe? "Naar Sheridan, aan den spoorweg."

»Maar denk er om, sinjeur! het bosch is bij avond niet pluis!" riep de boer hem nog achterna. Doch Van Halen hoorde het al niet meer. In weerwil van zijn vermoeidheid stapte hij stevig door, om toch maar zoo gauw mogelijk aan het doel van zijn tocht te zijn. Vreemd kwam het hem voor hoe zijn oom, die toch chirurgijn was, er toe komen kon, om zoo eenzaam te wonen.

Waarom zeide hij mij dat? Als het in den toren niet pluis was, moest dat voor mij een reden zijn om in den toren niet te willen overnachten. Misschien ook wilde iemand ons verraderlijk, als spook gekleed, besluipen, en van zijn misdaad de oude vrouw de schuld geven, een zeer kinderachtige gedachte, die alleen in het hoofd van zulke domme menschen kon opkomen.

"Dat is niet eens noodig, Bertels, daar zal hij toch wel op terecht komen!" riepen de jongens. "Houdt den ezel vast, hoor, anders ontsnapt hij, en dan kunnen we Dik niet zien rollen." Bertels wierp de tuigen in de kar. De ezel werd al onrustig, maar de jongens hielden hem goed vast. "Nu, Dik, bedenk je je niet?" vroeg Bertels. "Ik waarschuw je, dat hij niet pluis is, hoor."