United States or Central African Republic ? Vote for the TOP Country of the Week !


En de maan, de klare, strakke winter-maan lachte ook, als ze de zon, die altijd vroolijk is, kwam vervangen. Alleen als de zon en de maan wegbleven, stonden de dennen vreemd in den mist, en werden triest. Dan zwollen aan hun donkere naaldtakken zware, dikke tranen, en vielen eentonig in 't korte gras dat in winterslaap kwijnde.

De man dacht: »staat het zóó met de vrouw, dan moet ik mijn voorzorgen nemenNu had hij een mooi stapeltje rijksdaalders bij elkaâr, die wisselde hij in voor goud, en hij zei tegen Katerliesje: »Zie je, dat zijn gele gokkels, die zal ik in een potje doen en in den stal achter de koeien begraven; maar kom er niet bij, want dan zou het misloopen.« »Neen Friedertje, dat zal ik zeker niet doenzei Katerliesje. Nu, toen dan Frieder weg was kwamen er marskramers met aardewerk in het dorp, en zij vroegen aan de jonge vrouw of zij niets te verhandelen had. »Och, lieve menschenzei Katerliesje, »ik heb geen geld en ik kan niets koopen; maar kun je soms gele gokkels gebruiken, dan koop ik wat.« »Gele gokkels, waarom niet, laat eens kijken.« »Ga dan naar den stal en graaf achter de koeien, daar kun je de gele gokkels vinden, maar ik mag er niet bijkomenDe kerels gingen, en toen zij aan 't graven waren, vonden zij zuiver goud. Zij pakten het bij elkaar en liepen er gauw mee weg, de potten en pannen lieten zij staan. Katerliesje vond dat zij het nieuwe gerij ook gebruiken moest; maar zij had er in de keuken geen gebrek aan. Toen sloeg zij uit iedere pan den bodem, en stak ze allemaal als sieraad op de palen van het hek om het huis heen. Toen nu Frieder thuis kwam en de mooie pronk zag, zei hij: »Katerliesje wat heb je uitgevoerd?« »Dat heb ik gekocht Friedertje voor de gele gokkels van achter de koeien: maar ik ben er niet bij geweest hoor! de marskramers moesten ze netjes zelf opgraven.« »Och, vrouw, wat heb je nu weêr uitgehaald! Het waren geen gokkels, het waren goudstukken, ons heele vermogen; dat hadt je niet mogen doen!« »Ja, Friedertje, dat heb ik niet geweten, dat hadt je mij moeten zeggenKaterliesje stond een poosje te denken, toen zeide ze: »hoor eens Friedertje, dat goud zullen wij wel weer terug krijgen, wij zullen de dieven achterna loopen.« »Kom dan maarzei Frieder, »dan zullen wij 't probeeren; maar, neem boter en kaas meê, dat wij onderweg iets te eten hebben.« »Ja, Friedertje, ik zal het meênemenZij gingen op weg, maar Frieder was vlugger ter been en daarom kwam Katerliesje achteraan. »Dat komt voor mij goed uitdacht ze, »want als wij omkeeren ben ik een heel eind vóórNu ging het een berg op, en aan beide kanten van den weg waren diepe wagensporen. »Kijk nu toch eens aanzei Katerliesje, »hoe ze mij dat arme aardrijk, verscheurd en beschadigd en ingedrukt hebben! Dat wordt van zijn leven niet weêr goeden de meêlijdende ziel nam haar boter en bestreek er rechts en links de wagensporen meê, dan zouden ze niet zoo 'n last van het drukken van de wagens hebben. En toen zij in haar barmhartigheid zoo neêrbukte, viel er een kaas uit haar zak en rolde den berg af. Toen zei Katerliesje: »ik ben al ééns naar boven geklommen, een tweede keer bedank ik er voor; dan mag hem een ander achterna gaan en terughalenZij nam dus een tweede kaas en rolde hem naar beneden. De twee kazen kwamen niet terug, en toen liet ze nog een derde den berg afrollen, want ze dacht: »mogelijk wachten ze op gezelschap, ze gaan zeker liever niet alléénToen ze nu alle drie wegbleven zei ze: »wat moet d

Bruin had echt niet meêgedaan, want hij durfde niet. Doch toen de jongens zoo lang wegbleven, was hij langzaam naderbij gekomen, om te kijken, of ze er nog waren. Maar ongelukkig geloofde Flipsen er geen woord van, en in zijne kwaadheid legde hij Bruin over de knie, en begon er met zijn stok geducht op los te kloppen. "Daar! daar! daar!" riep hij bij elken slag. "Au, au, houd op!

Het gezelschap van de Indiaansche vrouwen en kinderen beviel hun, naar het scheen, zeer goed; zij waren onrustig, wanneer de menschen te lang wegbleven, en toonden blijdschap bij hun terugkomst. De paring van de Bevers heeft in verschillende maanden plaats, al naar het land dat zij bewonen. Volgens sommigen gebeurt dit in 't begin van den winter, volgens anderen in Februari of Maart.

Diep voelde ik met mijn vader mee. Vurig bad ik, dat Onze lieve Heer hem helpen mocht. En ik had zelf zoo braaf geholpen, met hem arm te snoepen en ging daar gewoon mee voort. Ik haatte den konkurrent, haatte de buurtmenschen die wegbleven, haatte al wie mijn vader benadeelden. Waarom haatte ik zijn jongsten zoon, waarom haatte ik mijzelf niet, die hem voortdurend met kleinigheden had bestolen?

Indien Ben-Hur wars van alle zachtere gevoelens geweest was, dan zou hij het nu toch hard te verantwoorden hebben gehad. De Egyptische was zoo gezeten, dat hij haar altijd zien moest, haar, die hij reeds in zijne gedachten met Sulamith vergeleken had. Met die stralende oogen op hem gericht zou hij de sterren, indien zij wegbleven, niet eens missen.

't Heette dan wel een receptie, maar de dansgrage voetjes zweefden toch maar op de tonen der muziek door de ruime pendopo; ook het bruidspaar wandelde gearmd een paar keer de pendopo rond. Usance is 't niet, dat jonge meisjes op een bruiloftsfeest verschijnen, maar 't zou al te gek zijn, als wij op zusje's feest wegbleven.