United States or Anguilla ? Vote for the TOP Country of the Week !


"Wel!" hernam de vorige spreker: "is vrouw Jaspersz niet een weduwvrouw, en zeit de pastoor ons niet alle Zondagen, dat wij de weduwen en weezen hebben voor te staan? Mij dunkt, ik kan niet vromer handelen, dan dat ik een goede vertering bij haar maak."

Daar in die rijke stad, Die jaarlijks duizend schepen, Belaân met 's wereld schat Haar haven in zag slepen, Daar leefde in roem en eer, Een rijke weduwvrouw, Wiens voorbeeld ons zal leeren. Hoe hoogmoed voert tot rouw. Geen koper, neen, maar goud, Zoo sprak zij, siert mijn woning, En 't huis voor haar gebouwd Scheen 't woonhuis van een koning.

Om niet te lang te worden zal ik u 't beloop maar kort verhalen. We gingen samen, mevrouw en ikke, naar de Kortestraat en kwamen na eenig zoeken op de kamer waar de weduwvrouw van den opperman woonde. Weet je mijnheer, toen moest ik het woord doen zooals mevrouw 't mij gezegd had.

Ziet u, mijnheer! ik heb dien brief maar precies zoo afgeschreven uit een aardigheid, maar toen onze mevrouw hem gelezen had gaf ze een dubbeltje aan de werkmeid, die een gezicht zette alsof ze zeggen wilde: Hoe kaal voor zoo'n rijk mensch. De weduwvrouw aan de deur had ook braaf geprutteld, maar 't bleef er bij.

Terwijl de eerste zich niet had durven vleien om voor het bedreigde kind iets méér dan voorloopig uitstel te zullen bewerken, en de tweede, zelfs aan den goeden uitslag van die bemoeiing had gewanhoopt, zoo moest de overwinning op welke wijze dan ook behaald haar beiden wel ten zeerste verbazen en verblijden; maar zij gevoelden tevens dat het den overwonnene tot den hevigsten toorn zou voeren, indien zij hare vreugde openbaar maakten; en, terwijl vrouw Geertje, met den blik op Thilde gevestigd, slechts een "Beter ten halve gekeerd dan ten heele gedwaald!" liet hooren, viel Schorel, na de woorden zijner dochter: "Ach! vader, ik dacht wel dat Hak de rechte niet was!" met een woordenvloed in, waarbij hij der weduwvrouw de voor Mathilde zoo streelende verzekering gaf, dat het een kruis was kinderen te hebben, en bepaaldelijk dochters; dat ze tot niets nut waren, en dat men ze voor anderen groot bracht, terwijl die anderen dan nog wel meenden dat de grootbrenger van zijn armoede, alsof er geen opkomen aan was, een deel zou medegeven! onder welk verslag de weduwvrouw had opgemerkt dat meester Schorel drie malen Gods zegen en vijf malen de straffe der verdoemenis over zijn grijze kruin had afgesmeekt!

Ik ben een arme weduwvrouw en weet niets van 't geval af." "Je kunt toch niet ontkennen, dat die Heer Van Lintz, of zooals hij heeten mag, bij u gehuisvest heeft." "Wat zou het mij baten," hernam zij: "al wou ik het ontkennen? Uw Ed.-Gestr. gelooft mij toch niet. Maar al zei ik nou: ze binnen naar Amsterdam: dan zou Uw Ed.-Gestr. ommers toch denken dat ik je foppen wou."

"Ja waarlijk baas Schorel," hernam de weduwvrouw: "reeds had ik het waschgoed uiteengezocht, toen ik, zonder erg, nogmaals het boezeroentje opnam, en u kunt begrijpen, ik stond te kijken alsof ik droomde. Zou Frans.... zou de goede jongen, zoo dacht ik, mij willen verrassen, of 't hebben vergeten? Och, maar in elk geval heeft hij het aan uwe goedheid te danken, baas Schorel!

Nou! mot je ’m niet ereis zien? ’t Is wat ’n smakelijke poelepetaat; misschien krijgt ie nog idee in je; zoo’n dikke weduwvrouw zonder kindere zou ’m nog wel lijke.

Toen hij nu geboden vroeg voor zijn huwelijk met Goedelieve Bogaert, eene weduwvrouw en zuster van Ds. Joh. Bogaert te Haarlem, wilde de Brielsche kerkenraad die niet laten gaan. Men ziet het telkens: de gansche huwelijksregeling was in staat van worden, elk voorkomend geval nagenoeg eischte afzonderlijk overleg. Het »trouwen aan menisten« werd ook zondig geacht.

De weduwvrouw huilde ijselijk en zei dat ze niet wist hoe ze 't aan moest, ze had aan drie van de voornaamsten briefjes geschreven, maar twaalf stuivers was alles wat ze gekregen had, bedelen dat wilde ze niet en van de diakenie daar had ze ook wel uitzicht maar nog geen dadelijkheid van.