United States or Cameroon ? Vote for the TOP Country of the Week !


Dadelijk waren nu Annie en Paul in gesprek; ze praatten op intiemen toon, onwillekeurig eenigszins gedempt, als hinderde 't hun woordelijk door de anderen verstaan te worden; 't scheen wel of zij er ook al een tijd naar verlangd had; met een blos van voldoening had ze gezien dat hij bij haar kwam zitten, en ze deed hem dadelijk een aantal vragen over zijn werk en zijn manier van leven, zei aardig opgemerkte dingen over de stukken die ze van hem kende, terwijl de warme belangstelling haar oogen een verhoogden glans gaf, vermooiend de spiritueele trekken van haar ernstig, smal gezichtje, bizonder vlekloos en roomig van tint, waarover telkens een lichte blos snel opkwam en dan scheen te verdwijnen onder het dof-ruige, springende, donkerbruine haar, eenvoudig opgemaakt.

Een druk der lippen sterkt de halfgeopende oogen, En ach! zy ziet, ze erkent den zelfden hemeling, Die eenmaal aan heur borst in dartle omarming hing, Van wien zy 't liefdepand zich onder 't hart voelt leven! Ze erkent hem, en gelooft van enkle vreugd te sneven. De Jongling spreekt haar toe, terwijl een morgenlicht Hem afstraalde uit den blos van 't vlekloos aangezicht.

"Zij komen somtijds bij mij in mijnen slaap, die geesten," zeide Eva, en zong toen zacht bij zich zelve, terwijl hare oogen eene vreemde droomerige uitdrukking aannamen: "Zij zijn in vlekloos wit gekleed En dragen overwinningspalmen." "Oom Tom, ik ga daarnaar toe," zeide zij vervolgens. "Waar naar toe, Miss Eva?" Het kind stond op en wees met haar handje naar den Hemel.

Daarop schreef ik dit sonnet, hetwelk begint: Zoo zuiver en zoo zedig ingetogen Is mijner Vrouwe minnelijke groet, Dat ze ieders tong siddrend verstommen doet En géén waagt tot haar op te slaan zijn oogen. Zoo schrijdt zij voort en hoort haar lof verhoogen, Verheerelijkt in deemoeds blanken gloed; De Hemel zond tot de aarde een engel zoet, Dat ze op een vlekloos wonder konde bogen.

was met een brief belaên Die m' uit zijn boezem trok. en in Hippolytus, vs 637, daer m' in verdwaelt. Zoo Oudaan, aangehaald in het Woordenboek der N.T., op het woord "aftintelen" en op het woord "onderdelven", Zoo Feitama, Telem. IVe Boek, bl. 83 l. r. en nooit vermag m' er een Dan jeugdig, hagelwit, en vlekloos aan te voeren en wederom in het Ve Boek, bl. 99, rl 9 v. o.

En Tom zong nu uit een welbekend Methodistenlied: "Ik hoor een zaalge geestenschaar Die blijde zegeliedren galmen; Zij zijn in vlekloos wit gekleed En dragen overwinningspalmen." Tom twijfelde aan dit alles niet, en het verwonderde hem ook niet het minste; als Eva hem gezegd had dat zij in den hemel was geweest, zou hij het zeer waarschijnlijk hebben gevonden.

Als 't dof gebrom van verre donderslagen, Op vleugels van den storm de dalen rondgedragen, En met den hollen galm van kluft en rotsspelonk Al romm'lend voortgerold in dreunend berggeronk, Verhief zich 't woest gejuich der Duivlen naar den hoogen; Klonk door, tot voor den throon van 't Eeuwig Alvermogen, En bonsde op 't wolkgordijn dat voor den zetel strekt, En 't vlekloos Wezen voor der Englen oog bedekt; Ja 't stoort één oogenblik de Choren onder 't zingen.