United States or Moldova ? Vote for the TOP Country of the Week !


Zoo vroeg? en ge geraakt eerst om negen uur bij den burgemeester binnen.... Het vragend woordgeluid bleef hangen in huis en wachten naar antwoord, lijk gesmacht in de dikke stilte. In de kamer rinkelde Verlinde de zilverstukken die hij op zijn bed opentelde. Trezia's stappen mieken nu dubbel geruchte in 't werken aan den kokenden ketel.

Ze scheidden tegelijk uit en kwamen bijeen om de zaak met eenen handslag te bevestigen. Als ik de weide krijg, wel, dan is 't haverland u gejond! Ja, we konden dat ook wel vroeger in orde brengen; menschen spreken menschen. Verlinde grinnikte en ze kwamen weer bij tafel en ze vroegen opnieuw om bier en Lowie moest meêdrinken.

Wat de sakker, ik ben Verlinde! en voor geen honderd Vanhoutten...! Van dan af was 't besloten, vast: in alle mogelijke ontmoetingen zou hij zijnen eigenen weg gaan, stijf en zeker alsof hij alleen over de wereld liep, en niemand kennen of zien, alsof Vanhoutte dood was en nooit bestaan had. Maar intusschen knaagde hem de spijt, omdat die leelijkaard er toch eerst uit en hem vóór was.

Met geen woord hadden ze gescholden of geschimpt, maar bij elkeen stond de haat vastgegroeid door den tijd en geen van beiden zou een vinger toegeven, ze wisten het. Ze waren er nu aan gewend en Verlinde dacht niet meer aan ruzie en heel zelden aan Vanhoutte.

De weg hield aan in effene, uitgerekte, rechte lijn waar hij in de duisternis eindde. De reuk van warmen stalmest kwam met een zwaai door de lucht gewaaid en Verlinde voelde nu van waar hij zat drukken op zijnen rug, bachten zich, de tegenwoordigheid van Vanhoutte's hoving.

Hij werd moe van 't gaan en lam van de hitte, en verlangde naar eene koele herberg om wat te rusten. Intusschen stapte Vanhoutte voort door de dorpstraat en recht de opene poort binnen van "Het vlammend Hert". Nu voelde Verlinde zich flauw worden, 't was hier zoo stil bij die dorpsmenschen, die versch uit hun bed opstonden, en hij had nu liever Vanhoutte niet te ontmoeten.

Ze gaan mij voor den gek houden, vreesde Verlinde terwijl hij recht in de boot stond, ze gaan zeggen dat ik niet durf ... dat ik Vanhoutte uit den weg loop; ik moest thuis zijn maar dat gelooven ze niet. Ze zaten daar zoo kostelijk in het lommer met hun pinte bier, langs het water! Ha!

De weg liep nu tusschen vruchtvelden en op de helling van den heuvel, die den einder met blauwe lijn afsneed, lag het wit en het rood van de dorpshuizen in de zon te blinken. Vanhoutte's gestalte verdween tot over de schouders achter een koornstuk en Verlinde zag den kop alleen boven de halmen in 't stroo vooruitschuiven.

De damp pruttelde in den ketel en de druppels koeisop zeeverden langs den zwarten balg sissend in de vlamme. En Verlinde plots uit zijne gedachten schietend, besloot er een eind aan te maken: Ja, morgen vroeg met de zon aan 't hooi. Als de dauw is opgedroogd kunt ge ook de lammersteert afmaaien. 't Heeft vandage fel gedroogd, meende de knecht, 't zal gauw veraarzeld zijn, 't weer is vast.

Verlinde voelde de eenigheid wegen en verlangde naar den dag en om menschen te zien; hij vermiste zijnen makker achter de bane om tegen te kouten, om al de kleine bemerkingen over land en weer uit te spreken die hij nu moest binnenhouden.