United States or Belize ? Vote for the TOP Country of the Week !


Toe 'k d'r, vóór 'k hierheen ging, nog 's effe teerhartig over begon, keek ze mijn an of ik gek was ... dus: dronke geweest, óók pizekor: een liefdesverklaring van spiritusdamp ... Ha'k 't gewete, dan ha'k d'r een lucifer bij gehouwe en was d'r heele declaraassie in een mooi blauw vlammetje subbiet opgebrand.

Toen hij geschoren was streek hij zijn snor wat op, zacht streelend de malsch opkrullende haren, en hij voelde met wellust het trekken van zijn gespannen vel als hij zijn onderkaak vooruitzette. Op de vraag van den kapper, of hij zijn knevel ook opgebrand wou hebben, antwoordde hij met een deftig minachtend dankje. Hij vond 't 'n beetje ploertig van den man zoo iets te vragen.

Toen lachten de vroolijke jonge dames op Berga en zeiden dat de rechter een vizioen gehad had, want hun vetkaarsen waren al lang opgebrand in Maart; en de kapitein vloekte er op, dat er niemand in de logeerkamer geweest was sinds velen weken, maar de vrouw van den kapitein werd bleek en zweeg; want die witte kaars met de heldere vlam placht zich te vertoonen, als iemand uit haar familie verlost zou worden door den Dood, den grooten Bevrijder.

Op dit oogenblik verflauwde het licht der lantaarn allengs en ging uit. De pit was geheel opgebrand. Het werd stikdonker. Er viel niet meer aan te denken om die ondoordringbare duisternis te verdrijven. Er bleef nog eene toorts over, maar wij zouden haar niet brandende kunnen houden. Nu sloot ik als een kind mijne oogen om die verschrikkelijke duisternis niet te zien.

En hunne processie was zoo lang, dat de keersen van de eersten opgebrand waren, toen die van de laatsten nog hare volle lengte hadden. Klaas, Uilenspiegel en de ezel verlustigden zich met aldus een groote verscheidenheid breede, hooge, lange, puntige, fiere, ronde of slappe buiken te zien voorbijgaan. Al de pelgrims hadden helmen op.

Maar in den hoek, tegen den muur aangeleund, zat in den kouden morgenstond het arme meisje met roode wangen en met een glimlach om de lippen, doodgevroren op den laatsten avond van het oude jaar. De nieuwjaarszon ging over het kleine lijkje op. Verstijfd zat het kind daar met de lucifers, waarvan een doosje geheel opgebrand was. «Zij heeft zich willen warmenzei men.

Op een avond gaat zij door het huis en laat de gravin haar met een kaars bijlichten. Zij draagt die in de hand zonder blaker. "De kaars is opgebrand," zegt de jonge gravin. "Laat dan den kandelaar branden," antwoordt gravin Märta. En zij gaan voort, tot de walmende pit uit gaat op de verbrande hand. Maar dit zijn maar kleinigheden.

Het was zoodoende een groot genoegen voor hem geweest, om uit te vorschen, waarom die oude roode houten stad niet was opgebrand, zooals alle andere roode steden in het land. Ook had hij zich afgevraagd hoe lang de scheeve huizen aan den kant van de mijn nog zouden kunnen blijven staan.

"Als ze maar opgebrand geweest waren, vóór we hier aankwamen!" Maar met onbarmhartige helderheid schenen de kaarsen door de vensterruiten. Zij betaalde den koetsier en sleepte zich met Helle aan de hand, de trap op. "Is vader al thuis?" juichte de jongen, toen zij bij de welbekende deur stilhielden.

Allo, dan de kaars maar weer aan!" Met behulp van Thomas' vuurslag en tonteldoos, benevens een eindje zwavelstok, gelukte dat, waarop beiden nog wat babbelden, tot de kaars schier geheel was opgebrand. Zij hadden nog juist den tijd om er zich bij uit te kleeden, toen gaf zij den geest.