United States or Mozambique ? Vote for the TOP Country of the Week !


Gravin Märta vertelde haar van de levensgevaarlijke reis, die de jonge man om harentwil gedaan had, en zij zeide haar, dat ze hem tot belooning daarvoor haar hand beloofd had. De jonge Ebba Dohna was nu zooveel beter, dat ze gekleed op de sofa lag. Ze was mat bleek en nog stiller dan gewoonlijk.

Haar schoonmoeder, de oude gravin Märta, zou het haar nooit toestaan. Den heelen avond moest zij naast haar in de groote huiskamer zitten en naar de oude hofgeschiedenissen hooren, die de vreugd van de oude dame zijn. Maar de nacht komt. En haar man is niet thuis. Nu is ze vrij! Rijden kan ze niet; zij durft de bedienden niet roepen; maar de angst drijft haar uit haar huis. Ze kan niet anders.

Gravin Märta, die nu huismoeder op Borg is, buigt over de leuning van de trap van 't terras en ziet naar den ham, maar op 't zelfde oogenblik legt de finsche vrouw de hand op een van de hammen. Zie toch eens dat bruine, glimmende zwoerd, die dikke vetlaag. Die frissche lucht van pas gerookten ham. 't Is godenspijs! Die moet de heks hebben! Daarom legt ze haar hand op den ham.

"Ja, dan is je vrouw goed bewaard, Henrik. Dan kunnen we even goed dadelijk weer naar huis gaan." Maar op de pramen heerscht nu juist niet zulk een groote vreugde als gravin Märta meende. Zoolang de gele calèche in 't gezicht was, zat de verschrikte jonge vrouw in elkaar gedoken op de lading, zonder zich te verroeren of een woord te spreken. Zij staarde maar voor zich heen in 't water.

Hij wilde zijn vrouw naar haar vader terugzenden. "Neen, mijn jongen," zei Gravin Märta; "op die manier zou ze heelemaal te gronde gaan. Zij is verwend en heeft een slechte opvoeding gehad. Laat haar maar aan mij over; ik zal haar wel tot haar plicht terugbrengen." En de graaf liet de gravin binnenroepen, om haar te zeggen, dat zij voortaan onder zijn moeder zou staan.

"Ik?" vroeg de gravin; "ik zeg, dat Anna Stjärnhök wel wist wat ze deed, toen ze Elisabeth die historie vertelde." "Moeder begrijpt me niet," zei de graaf. "Ik vraag wat moeder van die historie zegt. Heeft gravin Märta Dohna beproefd haar dochter, mijn zuster, over te halen met een ontslagen predikant te trouwen?" Gravin Märta zweeg een oogenblik. Ach, wat was Henrik toch dom!

Maar dat alles zegt ze maar omdat ze niet velen kan, dat iemand zich tegen haar wil verzet. Misschien meende ze 't ook wel op dat oogenblik, want gravin Märta is niet zoo gemakkelijk te begrijpen. 't Jonge meisje bleef op de sofa liggen, lang nadat de gravin van haar was weggegaan.

Op een avond gaat zij door het huis en laat de gravin haar met een kaars bijlichten. Zij draagt die in de hand zonder blaker. "De kaars is opgebrand," zegt de jonge gravin. "Laat dan den kandelaar branden," antwoordt gravin Märta. En zij gaan voort, tot de walmende pit uit gaat op de verbrande hand. Maar dit zijn maar kleinigheden.

Ze weten niet hoe de ziel naar reinheid smacht; zij weten niet hoe de boetvaardige door haar hart gedwongen wordt de steenen op den weg en de gloeiende zon te verdragen. Soms dwingt gravin Märta haar dagen lang aan het borduurraam te zitten, en dan vertelt ze eindelooze geschiedenissen van Gösta Berling, dien predikant en avonturier. Reikt haar geheugen niet ver genoeg, dan verzint ze maar wat.

Ze bezocht Napoleon op 't veld en voer op de vloot van Nelson over de blauwe Middellandsche zee; ze woonde een congres in Berlijn bij en waagde zich in Brussel op een bal, den nacht voor een beroemden veldslag. En waar de blijdschap was, daar was Märta Dohna haar uitverkorene. Dansend, spelend en schertsend joeg gravin Dohna de wereld rond. Wat had ze al niet gezien, wat had ze niet beleefd?