United States or Georgia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Wat hei-'k daarmee an me kop, godverdommè!", huilde de jood, opschokkend, de kamer doorloopend, van het lijkje naar het raam en wild met de armen bewijzend wat-ie wou zeggen: "Me heèle handel zit 'r in, Addenòj!... Waar mod-'k 't uitscheure om Tobie te betale!... Hoe kom 'k an nieuwe handel!... Met de pest-sjabbes rotte ze nog meer!... En Zondagmorrege de lawaaie!... Wor jij daar niet mesjogge onder!... Wat mod-'k beginne!

Het lijk ener jeugdige moeder lag met assagaaisteken doorboord, de schedel met knopkieries te pletter geslagen, met de starre, koude blik naar het azuren luchtgewelf gericht, als smeekte haar verkild oog de Grote Goede Geest des levens, die boven lucht en wolken troont, om erbarming; en naast haar in het vertrapte gras, ontijdig als een bloem des velds afgeplukt, lag het lijkje van haar enige maanden oude zuigeling, die aan de beschermende moederborst ontscheurd, het hoofdje tegen een wagenwiel vermorzeld, naast het moederlijk neergeworpen was.

En van tijd tot tijd schreeuwden ze alle zes een paar woorden latijn, met groote wijdopgesperde monden, waaruit hun adem opsteeg als een kringelend wit wolkje van rook; achter hen volgde een groep mannen, twee aan twee voortgaand achter het lijkje, gebogen, met de petten in de oogen gedrukt; kin en mond waren weggestopt in donkere mantels, die met een diepe, donkere plooi onder het ovaal van den kop over den schouder was omgeslagen, hun vervolgens laag langs de beenen neêrhing met overdwarse plooien, hun het voorkomen gevend van roovers uit een operette.

Met ontzetting hoorde men deze aanklacht, en stil wachtten zij, de aanklager, de schout, de schepenen, het volk, op het antwoord der arme vrouw. Zij moest zeker bekennen, nu de voorname man haar misdrijf had gezien. Het was duidelijk zij had den moord gepleegd; het waren de indrukken van haar vingers, welke om den hals lagen van den dooden knaap. Men droeg het lijkje op een baar naderbij.

De dragers, de vader zaten bijeen aan het voeteind, Eleazar er over. Koud en doornat, met schrijnend-klevende kleeren zag-ie de kist aan, de kist met 't lijkje, dat zurig den wagen doorstonk. Frisch en verkleumd als ze kwamen van buiten, rooken ze sterker den stank van 't heenrottend vleesch.

Den vorigen nacht was eene mijner kennissen van een dooden zoon bevallen; dat lijkje werd, tegen een kleine belooning, weldra ons eigendom; en terwijl de geneesheer uw levenden zoon naar mijne woning bracht, legde ik het doode kind in een kistje, en bleef tot uwe tehuiskomst uw zwakke vrouw bewaken."

Het gesmeul van de kachel, stank van den pot met waterig vuil, dien de bedstee voor den armendokter bewaarde, mestvaalten-damp van de koolbladen, 't koolsap, de koolsmurrie, zuur geadem van het lijkje op de stoelen, dat in verre ontbinding was.

Volgens verklaring van Jeanne zelf was het lijkje reeds zwart, toen men het haar toonde. Zij geeft den raad, dat men het in de kerk zal brengen en neder zal leggen voor het altaar van de Heilige Maagd. Daarna vereenigt zij zich met de vrouwen en meisjes, die in grooten getale zijn toegestroomd, in een vurig, gemeenschappelijk gebed.

Hij bracht het weer in onze tent en wij probeerden weer, het te warmen en te koesteren. Den volgenden dag evenwel was het kleine levensvonkje gebluscht. Zoo eindigde de korte geschiedenis van dien kleinen, verlaten zwerveling in een droevig treurspel, en mijn man nam den treurigen plicht op zich, het lijkje aan het diepe water van de rivier toe te vertrouwen.

Maar in den hoek, tegen den muur aangeleund, zat in den kouden morgenstond het arme meisje met roode wangen en met een glimlach om de lippen, doodgevroren op den laatsten avond van het oude jaar. De nieuwjaarszon ging over het kleine lijkje op. Verstijfd zat het kind daar met de lucifers, waarvan een doosje geheel opgebrand was. «Zij heeft zich willen warmenzei men.