United States or Guam ? Vote for the TOP Country of the Week !


Vind ik m'n leven treurig, als jij niet bij me bent, die me met je groote meelijdende oogen suggereert: "arme jongen, eenzame lijder...." Onzin, onzin.... Ik ben immers zelden verdrietig.... jij máákt me melancoliek, of misschien heb ik vandaag 'n kater." "O, Eddy, ik wou maar, dat ik je helpen kon." Hun oogen gingen in elkaar; van beiden zacht in medelijden.

Ze had een bizonder leelijk, melancoliek gezicht: met haar breed-vooruitspringenden mond, wijkenden neus en diepliggende, donkere oogen, deed ze denken aan een aap, en het berustende heimweh, dat uit haar heele verschijning sprak, was hetzelfde, dat de uit 't zonnige zuiden naar dit koude land overgeplaatste dieren zoo roerend maakt.

»Melancoliek, vader! hoe komt het in u op dat lied somber te vinden, mij stemt het altijd zoo recht vroolijk." »Misschien wel omdat het u herinnert aan dien recht vroolijken tijd toen gij pianolessen moest geven, opdat wij geen honger zouden lijden." »Honger lijden! foei, vader! dat is nu ondankbaar, zelfs van onzen ergsten tijd kunnen wij met volle waarheid roemen: ons heeft niets ontbroken.

Ach, die dingen waren zoo ver, en daar gaf ze nog niet om;.... als hij maar van haar hield, als ze maar voor 'm zorgen mocht... Ze had er nog over gedacht 'm te vragen eens te komen in de vacantie, maar ze dacht toch, dat moeder 'm niet aardig vinden zou;... zeggen zou, dat-ie meer moest werken;... ledigheid maakte melancoliek...

Ze moest maar liever met 'r rug naar 't raam gaan zitten; dat uitkijken in zoo'n regenstad maakte maar melancoliek. Zoo kon ze ook rustiger zien, wie er waren, en dan gaan werken, want daarvoor was ze toch gekomen.

"Want je weet niet, hoe melancoliek dat maakt, als je uur na uur met je boek, met de krant, maar zoo'n beetje ligt te soezen in 't grijze licht, en telkens schrik-je wakker van 'n stem, die naar "meneer Neerwinden" vraagt, en je hoort je juffrouw, nijdiger, naarmate de dag verder vordert, snauwen: dat meneer op bed leit, dat meneer niet bij de hand is.

Je moet ze stormenderhand of met list en bij verrassing veroveren.... Ja!... dat was dan ook wel aardig!... Marietje de Boogh zou zoo iets worden; die was eigenlijk al ongeveer zoo, een leuk kind.... Maar God!... Annie was totaal anders!... Ernstig..., ja soms haast al te melancoliek!... Gek, ? dat zou je niet aan haar zeggen!

Griffier Heerbrand had zijn blauwen zakdoek om het hoofd gewikkeld, hij zag er mat en melancoliek uit en steunde: „Och, beste conrector, niet de punch, die Mejuffer Veronica voortreffelijk heeft toebereid, neen! maar alleen die vervloekte student is de schuld van al die onbetamelijkheid. U begrijpt toch, dat hij al lang mente captus was? En u weet toch ook wel, dat waanzin aanstekelijk is?