United States or Singapore ? Vote for the TOP Country of the Week !


Dakerlia slaakte eenen angstschreeuw, sprong vooruit en rukte de doos uit zijne handen ... maar, alsof zij besef had van de onbetamelijkheid harer daad, gaf zij ze spoedig terug. Dan bezwijkende onder hare geweldige ontsteltenis, liet zij zich op eenen stoel vallen en bleef daar beschaamd en overvloedig weenend, met den blik neergeslagen zitten.

Ieder had een weeken deeg-koek vóór zich om de vingers af te wisschen, en de armen, die zich als gieren-halzen rekten, namen olijven, pistaches en amandelen. Aller aangezicht glansde blij onder een krans van bloemen. De Farizeërs hadden hun kransen weggestooten als een Romeinsche onbetamelijkheid.

Zeker had de uitdrukking daarvan iets, dat aan allen vertrouwen, en aan de kinderen bovendien hartelijke genegenheid inboezemde, met eerbied gepaard: tot bewijs van dit laatste behoef ik slechts aan te voeren, dat ik ook den ondeugendste onder hen zich nimmer heb zien verstouten in zijne tegenwoordigheid eenige onbetamelijkheid te bedrijven.

Griffier Heerbrand had zijn blauwen zakdoek om het hoofd gewikkeld, hij zag er mat en melancoliek uit en steunde: „Och, beste conrector, niet de punch, die Mejuffer Veronica voortreffelijk heeft toebereid, neen! maar alleen die vervloekte student is de schuld van al die onbetamelijkheid. U begrijpt toch, dat hij al lang mente captus was? En u weet toch ook wel, dat waanzin aanstekelijk is?

En na zijn steen weer bij zich gestoken te hebben, sloeg hij met de grootst mogelijke haast den weg naar de hoeve in. Zonder er zelfs aan te denken om aan te kloppen, deed hij de deur der spreekkamer open en hij bevond zich terstond tegenover Alice, die hij, zonder over de onbetamelijkheid van zijn gedrag na te denken, in zijne armen sloot en op beide wangen zoende.

"'t Is zeker," merkte vader Volkert aan, "dat onze waardigheid dergelijke onbetamelijkheid niet dulden kan; maar onze zending is vredelievend, gelijk ik gezegd heb: en daar blijf ik bij." "Zoudt gij dan begeeren," vroeg Aylva, zich met eenige bevreemding tot Adeelen wendende, "dat de Graaf om uwentwille die dorpers liet opknoopen? Ware een dergelijke wraak een Edelman als gij zijt niet onwaardig?"

Hoe vreemd: die menschen lijken eerder op zwaarwichtige wiskundigen of philosophen, in duizelingwekkende problemen verdiept. De trekken staan verwrongen, de wenkbrauwen gefronst, de oogen hebben een strak-starende, als 't ware hypnotische uitdrukking. Een glimlach zou hier misplaatst zijn; een lach als een onbetamelijkheid weerklinken. 't Is hier ernst, groote, gewichtige ernst.