United States or Antigua and Barbuda ? Vote for the TOP Country of the Week !


Zij reden gauw door den regen naar huis. Jans deed al open voor er nog gescheld was, met een doodsch gezicht. De tranen daalden over Mathildes wangen, toen zij den gang doorging naar het zaaltje, tranen om het leven, dat wech gestorven was uit het huis, het stille, bedaarde, goedaardige leven, met zijn kalmen gang, zijn zacht neurieën, al zijn kleine gewoonten en al zijn stille dingetjes.

Hij had zelfs nooit uitvoerig de hoedanigheden van Mathildes lichaam overwogen, nooit in haar gewaardeerd, wat hij en zijn vrienden, als ze over vrouwen spraken, altijd in de eerste plaats bedoelden. Hij vond dit erg vreemd, maar was overtuigd, dat het verlangen na zijn voornemen van hofmakerij, nu ook wel komen zoû. En hij deed zich geweld aan.

Een rijkdom van kleuren, een vloed van onbegrepen genietingen dwarrelden er door Mathildes hersens. Haar hoofd bonsde, een drift naar nieuw genot, naar meerdere vreugde nog, vulde haar. O, vader, prevelde zij, o, Jozef, Jozef, Jozef! Dien middag aan tafel merkte Jozef nog niets van de verandering in Mathilde.

Maar, 't is niets, hoegenaamd niets, zeî de dokter, dat hebben bevallen vrouwen altijd! O, ja, zeî de baker, dat wil de natuur zoo. Zij stond op en hield het kind voor zich uit. Hier, moedertje, kijk maar eens naar je jongen. Zij tilde het kind in bed, voor Mathildes gezicht. Maar Mathilde scheen er niets van te merken. Is het wezenlijk zoo? vroeg Jozef, zal ze beter worden?

Zal u er ook wat peper bij nemen, mevrouw? vroeg een hollandsche stem aan Mathildes linker kant. In de rondte was het gesprek aan tafel nu algemeen geworden. Allerlei stemmen, doortruffeld van het vorkgepik op de borden en het geluid van slikken, klonken door-een. Hier en daar begon men geanimeerd te worden.

Mevrouw Berlage fluisterde tot mevrouw van Borselen achter haar waayer: Wie toch Mathildes naaister is? Juist kwam Frits binnen, een groot blad vol glazen wijn en punch op zijn handen, waar hij, ernstig en zorgzaam, meé rond ging. Mevrouw van Borselen nam een glaasje rooden wijn. Zullen we u nu niet eens genieten, mevrouw, vroeg Jozef hoffelijk.

Neen, duizend maal, zij kon hem niet aan zijn lot overlaten, het mocht niet, het ging niet, het zoû niet zijn, hoe Jozef ook aandrong, wat hij ook zeî om haar te overtuigen. Mathildes besluiteloosheid kwelde haar-zelf het meest.

Maar Mathildes verdriet begon zich zoo te hechten aan al de voorwerpen in huis, die haar vader het dikwijlst had aangeraakt, dat zij eindigde met den wensch te hebben al de overblijfselen van zijn meest innig en eigen bestaan weêr te zien, en, voor zoover zij ze nog niet kende, te ontdekken en te betasten. Een droevige nieuwsgierigheid mengde zich in haar doffe verdriet.

In korte spelingen woei zoetjes de wind door de trillende blaâren der boomen, vlak bij Mathilde aan den wallenkant en deed de haarsprietjes dansen tegen haar voorhoofd, en vlaagde de angst wech uit de kamer, voorbij het onrustig vlammende gas. Een groote kalmte daalde in Mathildes gemoed.

Zoo ging Jozef in Mathildes denken en verbeelden voorbij, en toen zij hem weêr zoo duidelijk en innig bij zich had, hem naast zich voelde, hem vóor zich zag, toen ze een kleur kreeg, om dat zoo wezenlijk zijn adem over haar lippen ging, schrok ze op en ging met haast aan het teekenen, waarvoor zij hier eigenlijk zat.