United States or Burkina Faso ? Vote for the TOP Country of the Week !


Ik bemerkte dat don Louis bij deze woorden schrok. "Mag ik zonder onbescheiden te zijn, vragen hoe deze dame heet?" "Hoe, onbescheiden, waarom zou ik er een geheim van maken?" riep de valsche don Felix uit. "Denkt ge, dat ik kiescher ben dan andere edellieden van mijn leeftijd? Beoordeel mij niet zoo onrechtvaardig. Tusschen ons gezegd verdient zij zooveel kieschheid niet. Het is een burgerdame.

Voorzichtig schoof ik den grendel weg, bang dat men het buiten hooren mocht. Toen trok ik het slot terug en draaide met een ruk de deur wijd open. De vijand schrok. Hij deinsde. Van dat oogenblik maakten we gebruik. Zwaaiend met den meter rende ik er op in, aanstonds gevolgd door de heele bezetting.

Hem groetende, weende zij, en zij weende: "Lieve zoon! blijde ben ik, dat gij weder hier zijt, en dat gij als overwinnaar zijt teruggekeerd, maar ik ben vol droefheid om wat er met uwe vrouw, met Beatrijs, is geschied!" De koning schrok, en hij boog zich voorover, zijn stem angstig voor de eerste maal zijns levens. "Zeg mij dan, moeder, is Beatrijs gestorven?"

tjee, ja! schrok ze, voor zes menschen most ze ook schillen!" Juffrouw Jonkers kwam in de keuken, keek bedenkelijk op eens en wat ontevreden, maar trok dan toch dadelijk haar gezicht in een vriendelijker plooi. "Zoo den eersten morgen, ?" zei ze opbeurend. En naast het kind staand hadden haar radde vingers in een oogwenk een dozijntje van de diksten er uitgepikt en afgewerkt.

Ze besloot, om haar bruidskleed te halen. Terwijl zij zich verbeeldde, dat zij haastig naar het slot liep, schrok ze weder wakker. Haar moeder zat aan haar legerstede, en de werkelijkheid keerde terug. "Moeder! als Reynout komt, wil ik me kleeden in mijn bruidsgewaad, in rood en in blauw, opdat hij mij vroolijk begroete." Toen sloeg haar moeder de handen aan 't hart en luide weende ze.

»Haast u maar niet«, zei een conducteur. »'t Duurt nog wel een minuut of tien voor we vertrekkenMeester telde z'n kindertjes eens na. Hij wist wel, dat er niet een ontbrak, maar toch.... Je kon nooit weten! Dus telde hij. Wat was dat? Twee te weinig? Nog eens geteld! Opnieuw telde meester twee neuzen minder, dan er moesten zijn. Hij schrok. »Juffrouw, telt u ook eens!

Ze ging meestal om acht uur naar bed, en stond om elf uur 's morgens op. Vooral 's nachts had zij veel pijn en benauwdheden, zoo dat zij niet kon blijven liggen en de kussens hoog achter haar werden opgestapeld. Toen Jozef haar voor 't eerst weêr eens vlak bij het venster, onder vel daglicht zag, schrok hij. Zij merkte 't aan zijn oogen. Ben ik zóo veranderd? vroeg zij.

Hij zond een luisterrijken stoet van edellieden naar Nederland, teneinde zijn dochter en haar zonen te geleiden. Het was op een stillen herfstmorgen, dat zij in Heusden aankwamen. De koningsdochter zat voor het roode spinnewiel, en lette slechts op haar werk. Het rad snorde. Toen was er een groot rumoer buiten, en ze schrok op.

Ten leste vond hij haar terug, onder eenen anderen naam, als primadonna in eene Hongaarsche stad. Zij schrok van hem toen hij haar aansprak, meenende dat hij haar vervolgd had om het verleden haar voor de voeten te werpen.

Hij nam zich met beslistheid voor zich kalm en koel te houden, een beetje abstract-stil, alsof dat zoo zijn aard was, en op een afstand van bescheidenheid.... Zoo kwam het dat hij schrok, zich even voelde als verlamd en suf, en dat hij, kleurend, enkel langzaam zeggen kon, dat het hem goed was ... dat hij 't gaarne doen zou..., toen Louis in-eens dat voorstel deed aan 't koffiemaal.