United States or Guyana ? Vote for the TOP Country of the Week !


Elsje had een kleur gekregen, toen de naaister haar paste en er over uit was, zoo goed als het rose haar stond. Ze was meisje genoeg, om hiervoor niet ongevoelig te zijn en ze verlangde naar het bal en zag er tegen op tegelijk. Keetje besteedde bizonder veel zorg aan het kapsel en slaagde werkelijk gelukkig.

"Dan behoef ik ook niet meer te vertellen wie zij is," zei Cécile spottend. "Ik heet Elsje," zei haar nichtje snel, "Elsje van den Berg en ik woon buiten bij mijn grootmoeder. Ik ben hier bij tante gelogeerd." Keetje had haar een der jurken aangetrokken, die van de naaister thuis gekomen was.

Maar inweerwil van haar goede bedoeling, en inweerwil van haar tact, mevrouw Mansburg heeft nóg geen zekerheid gekregen, ofschoon ze er "des ondanks" nog zekerder van is dan den vorigen dag. "Welke boodschap heb je?" roept Jacoba den knecht toe die naar boven komt. Hendrik wipt snel eenige trappen hooger en zegt dan: "Compliment, nog hetzelfde juffrouw." "Ik meen van de naaister?"

"Nee ik wou te voet gaan." "Te voet! te voet.... jij! Heeft tante je daartoe bepraat?" "Nee pa, maar August heeft wandelen zeer aangeraden. Ik moet bij de naaister zijn. Hendrik heeft iets vergeten." "Je schijnt vandaag bijzonder wèl te wezen, beste meid." "O, ik ben weer heel flink!" Zij zoent den vader op zijn hooge voorhoofd: "Toe, sluit u nu mijn epistel in; 't wordt immers tijd beste pa?"

Dien morgen was Frédérique's toilet van de naaister gekomen, maar zij had er een paar strikken bij willen voegen, en zij durfde er ternauwernood aan raken, uit vrees het ragfijne weefsel te zullen verwarren. O, ik word wanhopig! sprak ze weêr; toen, met een invallende gedachte, vloog zij op eens de kamer uit, en riep op het portaal: Tilly, Tilly, Mathilde!

", wat is dat toch, Juffrouw?" riep de naaister. "O, niets," zei Hilda, maar ze kreeg eene kleur. "Hebben we deze stalen al gezien?" "Tok, tok, tok, tok...." "Maar Juffrouw," riep de naaister angstig, "zou u niet eens gaan kijken, wat dat toch is?" "Och kom," zei Hilda bedaard, maar hare vingers beefden, "'t is heusch niets. Wil U me die plaat nog eens aangeven?"

Ze nam dus het horloge van de tafel, ging er mee naar eene kamer er naast en stopte het weg achter in eene la van eene kast. Maar pas was ze terug en juist zou het gesprek over de japon opnieuw beginnen, toen de naaister op eens verschrikt omkeek. "Tok, tok, tok, tok!" klonk het door de kamer, 't Was net een geluid, alsof er vlak bij gehamerd werd.

"Zeker, zeker, kind! zorg dan, dat je precies om 10 uur klaar bent, want je weet, ik heb het druk!" Natuurlijk zou Hilda klaar zijn. Tien uur, dat kwam ook best uit, dan kon ze nog juist terug zijn, om de naaister te spreken, die tegen elf uur bij haar zou komen. Den volgenden morgen, om kwart voor tienen zoowat werd Hilda wakker.

"En de klokkenmaker me nááister," zei mevrouw zoo tragisch dat 't op de planken gedaan zou hebben: "me naaister die om acht uur voor de deur staat.... Kan de nááister door 't luikje? "Nee, diè kan 'r niet door," haperde hij: "die kan 'r vermoedelijk niet door. Misschien...."

Het feit is echter, dat de predikant van een stadskerk, die getrouw zijn plicht doet, harder werkt dan iemand anders in de maatschappij, behalve een arts met dagelijksche praktijk, een dagbladschrijver en een naaister op een atelier, waar de zweep gebruikt wordt.