United States or Palau ? Vote for the TOP Country of the Week !


Al de roeischuitjes lagen samengeschoold om de worstelende mannen, wier machtige gestalten flink-omlijnd, pezig-stoer, klaar-afgeteekend stonden op de ijlheid der zon-doorgloeide meilucht. De kampers repten geen woord, hijgden van inspanning, elk oogenblik vreezend den noodlottigen houw, die hun deinend bootje zou doen kapseizen ... De kijkers riepen, hitsten hen op lijk vechtende honden.

"Hallo! hallo! hij moet de groeten van den Vliegenden Hollander hebben." De mannen stonden zwijgend om hem geschaard. Plas! plas! poem! deden de riemen der naderende boot. Men hoorde, hoe de lieden hijgden, om maar gauw op zij van 't schip te zijn. De schipper zwaaide de zeven flesschen met buskruit en hij smeet ze recht op de boot.

Met een heilig vuur vervuld, vergaten zij al wat hun op aarde dierbaar was, en zij werden door geestontheffing tot de helden hun vaderen gevoerd. Dan werd hun boezem wijder, het bloed stormde onstuimiger door hun aderen, en zij hijgden naar de strijd als naar de verlossing.

En met de handen in de lucht wemelende, liep hij vol blijdschap het dorp in. Het was wel elf uren in den morgen, als Mie-Wanna met de blinde grootmoeder en met de kinderen de stad bereikte. Zij hadden gedraafd, gehuppeld, gezweet; het rood der vermoeidheid gloeide op hunne wangen; zij hijgden naar adem, maar toch waren zij vroolijk en glinsterde in hunne oogen de vonk der gelukkige verwachting.

"Je zult den wind gauw genoeg krijgen, maak je daar maar geen zorg over," was het grimmige antwoord. De twee mannen zeiden niets meer. Het zweet stond op hun huid in myriaden kleine druppeltjes die samen liepen en plasjes vocht vormden, die op hun beurt weer groeiden tot kleine beekjes, neerdroppend op den grond. Zij hijgden naar adem, en vooral de pogingen van den ouden man waren pijnlijk.

Ze hijgden, vermoeiden zich, deden haastig alsof ze nooit klaar zouden komen .... En dan, bij den klank van de poortbel, stortten ze langs hun zetel, het gelaat in hunne armen, kapot, gereed om alles te aanvaarden. Pastoor Doening vond hen zoo. Hij bleef staan op den drempel, verschrikt. Vrienden, sprak hij zacht. Hunne ruggen huiverden zichtbaar.

Hi! ha! dreunden de zweetende mannen, ze hielden de vrouwen aan de gebogen armen en stieten elkaâr in de ruggen op. Hi! ha! hijgden ze als moesten hun longen te bersten, voort donderden ze, stampend daverden hun voeten op het asfalt en ze sloegen een bres in het gedrang, op den hamerenden rythmus van hun wild gezang. Maar oogenblikkelijk rolde de bedding weêr vol en sloot de stroom zich toe.

Terwijl de oversten met open armen aan het vermetel vooruitloopen tegenstand boden, donderde het geschut der Hollanders met vernieuwde kracht; hunne gansche slagorde zakte vooruit, als om wraak te nemen over het gebeurde, en wij hijgden van blijde ontsteltenis bij de nadering van den slag. Op dit oogenblik kwam een onzer jagers te paard onzen generaal eene haastige boodschap brengen.

Ze waren niet slaperig, maar opgewekter in het donker van den winter, dan ooit in den zomer. Ze zaten op de achterpooten als honden, zwiepten den grond met hun staarten, en hijgden heftig, met de tongen ver uit den bek hangende. Achter de wolven slopen de lossen rond, met stijve beenen, en lomp als groote, misvormde katten.

En hij kon niet laten in de handen te klappen. Maar deze toejuiching was nutteloos; zij bereikte het oor van geen der beide strijders, die met elkander worstelend en wederzijds verdoofd, beiden hijgden en zwoegden. Er ontstond een pauze. Montparnasse hield op zich te verweren, en Gavroche vroeg bij zich zelven: "Is hij dood?" De oude man had geen woord gezegd, geen kreet geslaakt.