United States or Saint Kitts and Nevis ? Vote for the TOP Country of the Week !


La Marche, l.c.; d'Escouchy, II p. 166, 218. d'Escouchy, II p. 189. Doutrepont, p. 513. ib. p. 110, 112. Chastellain, III p. 376. d'Escouchy, II p. 220. Froissart, ed. Luce, X p. 240, 243. Le livre des faits de Jacques de Lalaing, Chastellain, VIII p. 158-161. La Marche, IV Estat de la maison p. 34, 47. Zie mijn verhandeling Uit de voorgeschiedenis van ons nationaal besef, de Gids 1912, 1.

Chastellain, VII p. 223; La Marche, I p. 276, II p. 11, 68, 345; du Clercq, II p. 197; Jean Germain, Liber de virtutibus, p. 11; Jouffroy, Oratio, p. 173. d'Escouchy, I p. 234. Zie hierboven p. 201. Le miroir de mariage, XVII vs. 1650; Deschamps, Oeuvres, IX p. 57. Chansons françaises du quinzième siècle, ed. XLX, p. 50; vgl.

Wien men ook neemt van de bekende fransche chronisten der veertiende en vijftiende eeuw: de scherpe Froissart, de droge Monstrelet en d'Escouchy, de plechtstatige Chastellain, de hoofsche Olivier de la Marche, de bombastische Molinet, allen met uitzondering van Commines en Thomas Basin beginnen met hoogdravende verklaringen, dat zij schrijven ter verheerlijking van ridderdeugd en roemrijke wapenfeiten.

Dan is het de procureur, die d'Escouchy vervolgt wegens valschheid en moord, dan wegens "excès et attemptaz". De schout op zijn beurt belaagt de weduwe van zijn vijand met een onderzoek naar tooverij, waarvan zij verdacht stond; maar de vrouw weet een mandaat te verkrijgen, krachtens hetwelk d'Escouchy zijn onderzoek in handen der justitie moet stellen.

Mathieu d'Escouchy, een Picardiër, is een geschiedschrijver, zooals de vijftiende eeuw er zoo velen oplevert: zijn kroniek, eenvoudig, nauwkeurig, onpartijdig, vervuld van de gewone vereering voor het ridderideaal en de gewone moraliseerende strekking, zou ons een eerzaam auteur doen vermoeden, die aan nauwgezetten historischen arbeid zijn gaven wijdde.

La Marche, II p. 119, 144; d'Escouchy, I p. 245 , 247 ; Molinet, III p. 460. Chastellain, VIII p. 238. La Marche. I p. 292. Le livre des faits de Jacques de Lalaing, bij Chastellain, VIII p. 188 s. Oeuvres du roi René, I p. lxxv. La Marche, III p. 123; Molinet, V p. 18. La Marche, II p. 118, 121, 122, 133, 341; Chastellain, I p. 256, VIII p. 217, 246.

De zaak komt voor het Parlement van Parijs, en d'Escouchy geraakt voor de eerste maal in gevangenschap. Nog zesmaal daarna vinden wij hem als beschuldigde in hechtenis, en eenmaal in krijgsgevangenschap. 't Zijn telkens ernstige crimineele zaken en meer dan eens zit hij in zware ijzers.

Journal d'un bourgeois, p. 325, 343, 357 en de gegevens uit de registers van het Parlement aldaar in de noot. L. Mirot, Les d'Orgemont, leur origine, leur fortune, etc. Paris, Champion 1913, II p. 230s. Mathieu d'Escouchy, Chronique, ed. Iedere tijd smacht naar een schoonere wereld. Hoe dieper de wanhoop en verslagenheid over het verwarde heden, des te inniger dat smachten.

De wedstrijd van wederzijdsche aanklachten tusschen de familie Froment en d'Escouchy wordt afgewisseld door een gewelddadige ontmoeting, waarbij de zoon Froment hem wondt. Beiden huren rabauwen, om elkaar naar 't leven te staan.