United States or Monaco ? Vote for the TOP Country of the Week !


Zie voorts gem. Biblioth. der Ned. Geschiedschrijvers, II. St. p. 223; Suffr. Petri, D. 5. c. 9. en D. 7. c. 4, de Script. Frisiae; Schwartz. Chart. Voorr. II. 67; onze Aantt. bl. 286-288. Bl. 68. Omtrent den jaare 969 Gosse Ludigman. Zie v. Rhyn's Nabericht, bl. 417 volgg.

Cartus., Opera, t. XXXIV p. 223. L.c., p. 247, 230. O. Zöckler, Dionys des Kartäusers Schrift De venustate mundi, Beitrag zur Vorgeschichte der Asthetik, Theol. Studiën und Kritiken, 1881, p. 651. Dion. Cart., Opera, t. I Vita p. xxxvi. Dion. Cart., De vita canonicorum, art. 20, Opera, t. XXXVII, p. 197: An discantus in divino obsequio sit commendabilis. Molinet, I p. 73; vgl. 67.

Doch dit streven naar de hegemonie in de Peloponnesus, vooral door het aetolisch verbond tegengewerkt, bracht het verbond soms in groote moeilijkheden en daardoor werd weldra het oorspronkelijke doel, handhaving der grieksche vrijheid tegenover Macedonië, uit het oog verloren; in 223 zag Aratus zich zelfs genoodzaakt de hulp van den macedonischen koning tegen Sparta in te roepen.

De vijfde zeeman uit dit geslacht was Tjerk Hiddes de Vries, in 1708 Luitenant bij de Admiraliteit van Amsterdam. Of ook Ysbrant de Vries, in 1658 Kapitein op de vloot, tot deze familie behoorde, is onbekend. Brandt, 142, 144, 223.

Hetzelfde gevoel bij een moderne: "I committed myself to Him in the profoundest belief that my individuality was going to be destroyed, that he would take all from me, and I was willing", James, l.c., p. 223. Gerson, De distinctione etc., I p. 55; De libris caute legendis, I p. 114.

Ve Zang, vs. 171, bl. 75, rl. 7 v. o. Ontzinden! is 't de pijl, of is 't de zwakke hand? Niet de pijl zegt de aanvoerder is uw vijand, tegen wien gij te strijden hebt; maar de hand die haar afzendt, en deze is "zwak" en ontleent alleen haar macht aan den afstand; vernietig dien door een snellen aanval, en zij vermag niets meer. Ve Zang, vs. 223, bl. 77, rl. 6, v. b. "Den veewolf".

I; Joannis Gersonii Opera omnia, ed. L. Ellies Dupin, ed. II Hagae Comitis 1728, 5 vol., II p. 427; Ordonnances des rois de France, t. Journal d'un bourgeois, p. 223, 229. Jacques du Clercq, IV p. 265. Petit-Dutaillis, Documents nouveaux sur les moeurs populaires et le droit de vengeance dans les Pays-Bas au XVe siècle. Journal d'un bourgeois, p. 204. Jean Lefèvre de Saint Remy, Chronique, ed.

Deschamps, no. 415, III p. 217, no. 419, ib. p. 223, no. 423, ib. p. 227, no. 481, ib. p. 302, no. 728, IV p. 199; l'Amant rendu cordelier, h. 62, p. 23; Molinet, Faictz et Dictz, fol. 176. Dit tractaat, dat nog door Rabelais wordt bespot als het eertijds toonaangevende op het stuk van de beteekenis der kleuren, was mij helaas niet toegankelijk.

SLINGELANDT, Staatk. Geschriften, I 212, 223; VAN KAMPEN, Verkorte Geschiedenis der Nederl.

»Ik noemde zoo even, met een woord, de Staten der provincie, alsmede in deze, op eene onverklaarbare wijze, voorbij gezien, en beroep mij op de art. 223 en 224 der grondwet, waarbij het toezigt over alle indijkingen en droogmakingen aan de Staten der provinciën, binnen welke zij gelegen zijn, verbleven is, om hieruit af te leiden, dat de deliberatie over het al of niet ondernemen der droogmaking, welke toch de basis der aanwijzing van de fondsen zijn moet, grondwettiger bij de Staten der provincie dan bij de Staten-Generaal te huis behoorde."