United States or Sri Lanka ? Vote for the TOP Country of the Week !


Dit argument hielp: in het begin van 1728 werd de opgedrongen pastoor weggezonden en straks door een ander, door de bevoegde overheid geordend en erkend geestelijke vervangen. Zoo werd aan billijke grieven te gemoet gekomen, werden de gemoederen bevredigd en werd de kaasmarkt gered.

Naauwelijks waren de hierop gevolgde herstellingen en verbeteringen van onze zeeweringen voltooid, en pas had eene heerschende ziekte en ongemeene sterfte in 1728 opgehouden, toen eene nieuwe volksramp, de paalworm, in 1730 en volgende jaren het land met een groot gevaar bedreigde en aanzienlijke sommen eischte tot beveiliging onzer havens en kusten; terwijl weinige jaren later, in 1744 en vervolgens, de veepest nog grootere verliezen veroorzaakte .

Geduurende eenigen tyd, verspreidden zy een algemeenen schrik in de Volkplanting, en dreigden om dezelve aan de Staaten van Holland te ontneemen. Eenige weggeloopen Negers hadden reeds lang eene schuilplaats in de bosschen van Surinamen gezogt; maar hun getal was klein, tot omtrent het jaar 1726 en 1728, wanneer zy sterk vermeerderden.

"Ten laatste: dat op zijn plechtigen eed al de bovengenoemde artikelen te houden, gezegde man-berg een daaglijksch rantsoen zal hebben van eet- en drinkwaren, als voldoende is voor het onderhoud van 1728 van onze onderdanen, met vrijen toegang tot onze keizerlijke persoon, en andere bewijzen van onze gunst.

De ellendige laksheid, die zich in de politiek van de Staat zo duidelik toonde in de onderhandelingen met barbarijse zeerovers, vertoonde zich eveneens in de koloniën. De Bosjesmannen hadden b.v. van 1728 tot 1731 en ook weer in 1738 verschillende rooftochten gedaan.

Nadere berichten over dezen Vogel gaf Lobo, wiens beschrijving van een reis naar Abessinië in 1728 het licht zag. Aan Sparrmann's werk, dat tegen het einde van de vorige eeuw verscheen, zijn de volgende, door alle latere reizigers bevestigde mededeelingen ontleend. "De Bijenverraderkoekoek," zegt hij, "gelijkt bij vluchtige beschouwing op een gewone, grijze Musch.

Reeds in de 17de eeuw bericht de fransche reiziger Thevenot, een zeer betrouwbaar opmerker, dat fakirs zich "voor een bepaalden tijdsduur in kuilen onder de aarde lieten begraven". Uit het jaar 1728 dateert de mededeeling, dat indische asceten negen of tien dagen in een grafkuil bleven liggen, zonder voedsel en in dezelfde houding, lucht werd hun door een kleine opening toegevoerd.

In den nacht van den 20 Juli 1728 verslond het vuur niet alleen dit gesticht, maar ook het hospitaal, de kapel, de school, de dorpskerk en negen en twintig woonhuizen. Om voortaan van dergelijke rampen bevrijd te blijven, deed men eene jaarlijksche bedevaart naar Landskouter, bij Gent, alwaar de heilige Agatha als patrones tegen den brand vereerd wordt.

Geduurende eenigen tyd, verspreidden zy een algemeenen schrik in de Volkplanting, en dreigden om dezelve aan de Staaten van Holland te ontneemen. Eenige weggeloopen Negers hadden reeds lang eene schuilplaats in de bosschen van Surinamen gezogt; maar hun getal was klein, tot omtrent het jaar 1726 en 1728, wanneer zy sterk vermeerderden.

Wijzen de bovenvermelde gevallen op het ontbreken van een recht der schrijvers op hunne onuitgegeven werken, er bestaat een placcaat van de Staten van Holland van 30 April 1728, dat aan eene bepaalde categorie van auteurs, die in het bijzonder aan het gevaar blootstonden hunne werken zonder hunne toestemming te zien uitgeven, dit recht uitdrukkelijk toekende.