United States or Northern Mariana Islands ? Vote for the TOP Country of the Week !


Nog vroeger beginnende, en in chronologische orde zijn houders van dat record geweest: Willem Barents 77° 20´ , Rijp en Heemskerk 79° 49´ , Hudson 80° 23´ , J. C. Phipps, 80° 48´ , William Scoresby 81° 30´ , Parry 82° 45´ , Nares 82° 48´ , Nares 83° 20´ , Greely 83° 24´ . Dan komen Nansen, Cagni, Peary en nu Cook en Peary.

Onder de Catilinarii komt ook een Pompilius voor. Hij heeft nooit naar eenig ambt gedongen. Te Athene, waar hij een tijd lang verblijf hield, richtte men standbeelden voor hem op. Hij stierf in 33, 77 jaar oud. Van zijne werken is niets overgebleven. Hij schreef o. a. annalen in het Latijn en eene geschiedenis van Cicero's consulaat in het Grieksch. Hij was consul in 17 n.

Blz. 77 Chez moi: Bij mij was het opmerken intuïtief geworden, het drong door tot in de ziel zonder het lichaam te verwaarloozen, of beter gezegd: het doorgrondde zoo goed de uiterlijke détails, dat het ook onmiddellijk hun keerzijde begreep; het gaf mij het vermogen om zelf het leven van het individu te leven, met wien het zich bezighield, door mij te veroorloven mij in zijn plaats te stellen, zooals de dervisch der Duizend en een Nacht lichaam en ziel aannam der personen over wie hij zijn tooverformulier uitsprak.

Na den terugkeer van Titus hield V. met dezen een luisterrijken zegetocht over de Joden. Door hem werd in 76 of 77 Agricola naar Britannia gezonden. In 79 stierf V. op de badplaats Aquae Cutiliae. Zijn zoon Titus volgde hem op. V. had twee broeders. Omtrent Flavius Sabinus, zie Sabinus no. 3.

Bl. 77. In den jaare 1190. Omstreeks dezen tijd vindt men bij de meeste geschiedschrijvers het eerst gewag gemaakt van Leeuwarden als stad; doch er zijn er, die beweren, dat reeds ten jare 1149 de stad bij dien naam zou bekend geweest zijn, daarbij aanhalende de twee brieven door den Abt Wybaldus geschreven, voorkomende in het Charterboek van van Schwartzenberg, I. 76, de een aan de gemeente van Leeuwarden, houdende klagten over de zorgeloosheid van vier Priesters aldaar, en de andere aan den Utrechtschen Bisschop, Heribertus, betrekkelijk den slechten toestand der kerk.

Over Bollekens zie men bl. 27, over Schellekens en Scheltjens, twee formen van éen en den zelfden naam, bl. 77; over Vennekens, van Venneken, Venne, Fenne, Fene, bl. 58 en 98; over Bantjes van Bantje, Banne, bl. 51, enz. Oudtijds schreef deze en gene, hier en daar, het aanhangsel ke, ken of tje, tjen, dat den verkleinform uitmaakt, wel als gen.

Proza, bl. 32; voorts 17, 96, 104. Rijmklanken o.a. op bl. 23, 42, 57, 89. Vgl. Ged., p. 69, 134, 142, 146, 156-7, 295, 299; p. 124, 101, 69, 93. Vgl. bl. 186. Bl. 8. En voorts pass. b.v. no. I, II, III; bl. 13, 17, 20, 23, 35, 41, 47, 51, 55, 60, 62, 77, 143. Ged., bl. 11, 15, 24. Ged., bl. 48, 175, 168, 179, 149, 290, 293.

Een schoon symbool van dit ontwaken wordt ons gegeven in Records of the Past deel XII blz. 77, waarin wij zien dat op een zalfvaas van Osor-Ur, de godin Nout het water des eeuwigen levens op den doode stort.

Das Individualrecht als Namenrecht, Archiv für Bürgerliches Recht V pp. 77 sqq. Das Recht an Briefen, ibid. VII pp. 94 sqq. Zur Konstruktion des Urheberrechts, ibid. X pp. 241 sqq. Paul Laboulaye,

"Klinken op de bussen" is wel synoniem van "in de bus blazen, geld uit geven": Driem. Bladen I, bl. 77, III, bl. 26. Deze uitdrukking komt ook voor in het Zwolsche: 't Is van oavend Vastenoavend, Klink moar op de bussen! Alle mooie meissies kriegt een man, Behalve ik en mien zusse.