United States or Malawi ? Vote for the TOP Country of the Week !


In de Chronique (Brussel) van 5 Nov. 1898 lezen wij: "Il y a quelques jours une fille de 18 ans apprit par une annonce, qu'on demandait

WINSEMIUS, Chronique, aan het slot; Tegenw. Staat, III 292; Charterb. V 634, 1204; Reg. Staats-res. 367, 473, 543, 546, 764; VAN LEEUWEN, Watervloed, Inl. 53. In 1633 bepaalden de Staten, dat het den bedijkers van meren zou vrijstaan, om tot het maken van dijken en ringslooten de omgelegene landen, tegen vergoeding, te gebruiken en bruggen en vaarten te verleggen.

Het gezegde van WINSEMIUS, aan het slot zijner Chronique, dat Keizer KAREL reeds vroeger octrooi zou hebben gegeven, schijnt ongegrond. Verder oostwaarts werden daar ter beveiliging des lands buitengewone maatregelen genomen.

La Marche, II p. 173, I p. 285; Oeuvres du roi René, I p. lxxv. Oeuvres du roi René, I p. lxxxvi, II p. 57. N. Jorga, Phil. de Mézières. p. 348. Chastellain, II p. 7, IV p. 233 cf. 269, VI p. 154. La Marche, I p. 109. Statuten der orde, bij Luc d'Achéry, Spicilegium, III p. 730. Chastellain. II p. 10. Chronique scandaleuse, I p. 236. Le songe de la thoison d'or, bij Doutrepont, p. 154. Fillastre.

Wij lezen: "D'après l'Etoile Belge du 28 Nov. la proxénète qui avait emmené a Londres les jeunes Bruxelloises dans les conditions, que la Chronique de Bruxelles a relatées, a été arrêtée

Volgens het Bulletin Continental van Dec. 1896 bevatte de Etoile Belge nog eenige bijzonderheden over het verloop van de ontdekking van bovengenoemde door de Chronique gememoreerde feiten.

welke, na de vroeger in den tekst reeds vermelde geschillen, bijzonder tusschen de Landen en Steden, over het bekomen van den vierden stem in den staat, vooral sedert 1593, gevoerd zijn, vindt men vrij uitvoerig medegedeeld in de volgende werken: Winsemius, Chronique, 820, 828, 847-871, 891, 898; van Reijd, Ned. Oorlogen, 200, 410, 418; van den Sande, Ned.

Winsemius in zijne Chronique, f. 6, en Suffr. Petri de Frisior. antiq. et orig. p. 234, noemen Hoppers een beroemd en verdienstelijk man, de eer der Friesche natie; v. Rhyn en na hem F. Sjoerds zeggen echter, dat zijn gevoelen geene voorstanders heeft. Gemelde Aantt. p. 44. Cf. Suffr. Petri de Fr. Or. L. I. Cap. Zie deswegens v. Rhyn t. a. p. en Westendorp, Jaarboek van en voor Groningen, p. 5.

Journal d'un bourgeois, p. 325, 343, 357 en de gegevens uit de registers van het Parlement aldaar in de noot. L. Mirot, Les d'Orgemont, leur origine, leur fortune, etc. Paris, Champion 1913, II p. 230s. Mathieu d'Escouchy, Chronique, ed. Iedere tijd smacht naar een schoonere wereld. Hoe dieper de wanhoop en verslagenheid over het verwarde heden, des te inniger dat smachten.

Deze heb ik niet kunnen vinden; welligt is 't eene drukfout voor 626. Westendorp, Jaarb. p. 31 zegt: die langer dan de Spies van Klotarius waren: dit zou nog al verschil maken. Het is beschreven onder anderen bij Wins. Chronique, fol. 61; West. Jaarb. p. 39. Vergel. F. Sjoerds, Beschr. Over de Graven en Hertogen vergelijke men Bild. Gesch. d. Vad. I. 107 volgg. Vaderl.