United States or Czechia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Hebt gij ook niet het alledaagsche gedaan? Hebt gij dan van uw verachtelijk praten nooit gewalgd? Nu zijn de woorden verwaaid als papier-asch, maar in rein-gegloeid gouden vlechtwerk van melodieën ligt uwer ziel zacht gebed. Om mijn naasten is 't dat ik spreeken moet om den arme praat ik; die smacht en geen recht vindt,

Mijn samentreffen is bepaald, is zeker, De Heer zal mij wachten tot ik in volmaaktheid kom, De verheven Camerado, de ware liefdegever naar wien ik smacht, zal ik ontmoeten. Ik weet mij behoort het beste van tijd en ruimte, en nooit werd ik gemeten en nimmer zal ik gemeten worden. Noch ik, noch iemand anders kan dien weg voor U opgaan, Gij-zelf moet dien weg opgaan.

55 deed hem de lippen geopend houden, gelijk de koortslijder doet, die door den dorst, de eene naar de kin en de andere naar boven richt. 61 op de ellende van Meester Adam: ik had bij mijn leven genoeg van wat ik wilde, en nu helaas! smacht ik naar een drupsken waters.

Trouweloos zonder wedergade, hebt gij uw broeder bedrogen, uwe vrienden verleid, het arme kind, dat in Naucratis naar u smacht, verraden, en het hart van de ongelukkige dochter van Amasis vergiftigd."

Sommigen onzer hebben ook te lang aan den Nijl vertoefd, om niet een weinig van het onveranderlijk en standvastig karakter der Egyptenaren te hebben overgenomen. Nu ja, gij lacht: toch weet ik dat het u, ofschoon gij reeds lang naar Hellas smacht, ook wel iets kosten zal van ons te scheiden. Niet waar, gij geeft mij dit toe.

Gelijk de Zwitser met heimwee aan zijne bergen denkt, gelijk het hart van den fellah smacht naar den Nijl, zoo verzuchtte Iwan in stilte naar zijne kerk, naar de vertroostingen zijner godsdienst. Maar wat kon hij doen? De gedachte alleen aan een terugkeer naar Kem joeg hem de schrik op het lijf: hij wist dat de knoet, de kerker, de dwangarbeid in de mijnen hem in zijn vaderland wachtten.

Kijk, daar is een beetje zon, over de zee ... Men smacht hier naar de zon ... O, ik woû, dat de zon even doorbrak ... Het is hier zoo treurig, zoo treurig!.... Wat kan ik me goed Oswalds klacht begrijpen in "Gespenster", als hij krankzinnig wordt: De zon! De zon! Men zoû hier bidden om wat zon en men krijgt niets dan dat glansje daar in de verte.... O, ik ril!

En nu, mijn ridderen, peis ik in mijn moed, dat gij slapen moet gaan en zoete droomen hebben, die ik u zenden zal, om morgen, met Pinksterendage, voorbereid te zijn op het Aventuur van Gawein, dat zich herhalen gaat ten gerieve van onzen held en ter liefde voor onzen Koning, die smacht....

Nu zwijgt het zwerk, maar dreigt zoo zwart als nacht; En ’t woud, van vreeze stom, smeekt manestralen, Die uit de donderwolk niet kunnen dalen, En waar de regen-dronken roos naar smacht. Nacht woont in ’t woud en droevig druppelt zacht, Van ’t zwarte looverdak der donkre zalen, Een beek van tranen, die door ’t mos gaan dwalen Naar ’t zodenleger, waar de dood hen wacht.

Eilaas! door veler zuchten stage klacht, Uit 's harten droef herinneren geboren, Hebben mijn oogen zwak de kracht verloren Den blik te zoeken die hun groet verwacht. 't Is of in hen slechts één verlangen smacht: In tranen iedren lach van vreugd te smoren; Een vuurgen kring doet Liefde rond hen gloren, Gelijk de kroon die martelaren wacht.