United States or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !


Ze wilde 't zeggen, hief hare handen op en hoorde onderwijl, zachtjes, de rinkeling van het geld dat in haar gouden beursje zat. Het inzicht brak in hare keel. Kan ik zelf dan, stamelde ze, niets .... doen voor u? .... Hij antwoordde kort, bijna onachtzaam, gelijk men een onbeduidend beleefd woord zegt: Neen .... ik vrees neen .... neem me niet kwalijk ....

De metgezel van broeder Rinaldo, die niet één maar misschien wel vier paternosters aan de meid had geleerd en haar een beursje had gegeven van witte zijde, dat een non aan hem had geschonken en haar tot zijn toegewijde had gemaakt, had de peetvader naar de kamer van de vrouw hooren roepen en was zachtjes naar een kant er van gekomen, waar hij zien en hooren kon, wat men er deed.

Eens op een' Zaterdagavond 't was juist Nellie's beurt, om het brood naar 't arme huisgezin te brengen kwam ze niet ver van het arme huisje een van de arme kinderen tegen. Ze gaf het brood en toen ja toen bedacht ze iets moois. Ze opende vlug haar beursje, dat tegenwoordig ook al door het tooverstafje altijd gevuld was, en stopte den kleinen Jacob een' gulden in de hand.

"Je zou anders den gulden dadelijk gevonden hebben. Hij lag haast voor het grijpen. Vermoedelijk heeft de werkvrouw, toen ze vanmorgen de kapstokken schoonmaakte, en ze den mantel verhing, het beursje uit den mantelzak laten vallen. Ze zal niet bemerkt hebben, dat het was opengegaan en dat de gulden er uit gerold is." Argeloos namen we dit allen voor goede munt aan.

Maar hij kreeg zelfs geen antwoord; 't was of ze niet gehoord hadden. Dons had zijn beursje bijna tot den bodem leeggeteld, en keek Alfons en Smul met zijn kleine, flikkerende oogjes aan. "Veur ou," zei hij, vier stukken naar den paardenknecht toeschuivend. "Merci, boas," dankte Smul kortaf, langzaam de stukken oprapend en die in zijn ondervest verbergend. "En de reste veur ou.

Of wel: Dat gaat naar Den Bosch toe, Zoete lieve Gerritje, Dat gaat naar Den Bosch toe, Zoete lieve meid. Wat zullen wij daar drinken enz. Brandewijn met suiker enz. Wie zal dat betalen enz. De boer, dien wij gaan halen enz. Waar zal hij dat halen enz. Al uit zijn linnen beursje enz. Wat zullen wij daar eten enz. Rijstepap met suiker enz.

Nu waren ze bedaard en Maria Clara gaf afleiding aan haar ongeduld met het haken van een zijden beursje, terwijl tante de sporen van 't afgeloopen feest wilde uitwisschen en haar veeren stoffer begon te hanteeren. Capitán Tiago was bezig wat papieren na te kijken en door te lezen. Ieder gedruisch op straat, ieder rijtuig dat voorbijkwam, deed den boezem van 't meisje popelen en beven.

De meisjes die in troepjes van het veld kwamen, stelden zich vóór hem, lieten hem niet door en vroegen hem: Wat geeft ge om er door te mogen: een scharlaken lint, een vergulden gesp, fluweelen schoentjes of een gulden in ons beursje?

"Gek!" zeide Magdalena, hem verachtelijk aanziende: "alsof er iets aan een ellendig leven, als het uwe, verbeurd ware; doch, om 't even! hier!" vervolgde zij, hem een beursje ter hand stellende: "hier is de zenuw van den aanslag: deel uit en beschik wat gij wilt: doch wees spaarzaam en voorzichtig."

Het kind knikte; ze vond het prettig, dat 'r moeder tweemaal nog zoo'n eind voor haar was komen loopen. Dan haalde ze haar beursje te voorschijn en de moeder kreeg Sprotjes spaardoos uit de ladekast; bij de drieëntwintig centen, die ze al had, kwamen de twee kwartjes en het dubbeltje van haar eerste weekloon.