United States or Latvia ? Vote for the TOP Country of the Week !


SCHERER, Gesch. der D. Lit., S. 143-4; PIPER, Spielmannsdichtung, II, 299; Grundriss der German. Phil., II, 1, 258. Uitgegeven door STEINMEYER in Z.f.d.A., 21, Bd. S. 307 flgg. STEINMEYER gelooft dat de afschrijver aan de taal een Hoogduitsche tint gegeven heeft.

Deschamps, no. 240, II p. 71, vgl., no. 196, II p. 15. Deschamps, no. 184, I p. 320. Chartons = voerman, ouvrant = werkende. Deschamps no. 1124, no. 307, VI p. 41, II p. 213, Lai de franchise. Vgl. verder Deschamps, no. 199, 200, 201, 258, 291, 970, 973, 1017, 1018, 1021, 1201, 1258. Deschamps, XI p. 94. Romania XXVII 1898, p. 64.

Deschamps, I p. 170. Le Pastoralet, vs. 501, 7240, 5768. Vgl. voor de vermenging van pastorale en politiek Deschamps, III p. 62, no. 344, p. 93, no. 359. Molinet, Faictz et dictz, f. 1. Molinet, Chronique, IV p. 307. Recueil de Chansons etc. La Borderie, l.c., p. 603, 632.

De stad Samaria lag op een heuvel midden in een groot dal; in 722 werd zij verwoest door den assyrischen koning Salmanassar, in 307 onderging zij hetzelfde lot door Ptolemaeus I Lagi, en later nogmaals door den Makkabaeër Hyrcanus. Door Herodes den Gr. werd zij vergroot en verfraaid, en ter eere van Augustus Sebaste, Sebaste, genoemd. Over het landschap zie men verder Palaestina.

Op blz. 307 hebben wij gezegd, dat een gevolg, door zekere oorzaak opgewekt, deze kan versterken, onveranderd laten, vernietigen en daarna zelfs negatief maken . Een ongeschikte toestand van zaken kan bijv. opwekken, het er over oordeelen en dien ten gevolge handelingen van menschen.

Cn. Flavius in den senaat werden opgenomen. Zijn geheele werkzaamheid als censor was in democratischen geest en gekant tegen de belangen zijner standgenooten, de patricii. Claudius was consul in 307 en in 296, in welk laatste jaar hij de Etruscers versloeg. De heilige hoenders, die ongunstige voorteekenen gaven, had hij in zee laten werpen.

Dinarchus, Deinarchos, van Corinthe, geb. omstreeks 361, kwam jong naar Athene en werd een leerling en vriend van Theophrastus en Demetrius Phalereus. Als aanhanger van Cassander werd hij in 307 verbannen en ging hij naar Chalcis op Euboea, van waar hij eerst in 292 terugkwam; na den dood van Cassander liet Polyperchon hem ter dood brengen.

De op blz. 307 gemelde gevolgen, dient men, zie blz. 70, steeds met derzelver oorzaken gelijkslachtig te stellen, en aldus in de stoffelijke en geestelijke wereld alsware een uiterst groot aantal zich somtijds vertakkende, somtijds ophoudende reeksen van gelijkslachtige, uit elkander voortspruitende verschijnsels aan te nemen.

Akad. v. wetenschappen III p. 153, 1917. Molinet, Faictz et dictz, fo. 4, fo. 42v. Proces over de zaligverklaring van Pieter van Luxemburg, 1390, Acta sanctorum Julii, I p. 562. Les Grandes chroniques de France, ed. Paulin Paris, Paris 1836-'38, 6 vol., VI p. 334. Juvenal des Ursins, p. 567; Journal d'un bourgeois, p. 237, 307, 671; Lefèvre de S. Remy, I p. 260.

Petri Alliaci De falsis prophetis, bij Gerson, Opera, I p. 538. La Marche, II p. 361. De venustate etc., t. XXXIV p. 242. Froissart, ed. Luce, IV p. 90, VIII p. 43, 58, XI p. 53, 129; ed. Kervyn, XI p. 340, 360, XIII p. 150, XIV p. 157, 215. Deschamps, I p. 155; II p. 211, II no. 307, p. 208; La Marche, I p. 274.