United States or Tokelau ? Vote for the TOP Country of the Week !


Basin, I p. xliv. Chastellain, III p. 106. Sermo de nativ. domini, Gerson, Opera, III p. 947. Le Pastoralet, vs. 2043. Jean Jouffroy, Oratio, I p. 188. La Marche, I p. 63. Gerson, Querela nomine Universitatis etc., Opera, IV p. 574; vgl. Rel. de S. Denis, III p. 185. Chastellain, II p. 375, vgl. 307. Commines, I p. 111, 363. Monstrelet, IV p. 388. Bassin, I p. 66.

Deschamps, I p. 170. Le Pastoralet, vs. 501, 7240, 5768. Vgl. voor de vermenging van pastorale en politiek Deschamps, III p. 62, no. 344, p. 93, no. 359. Molinet, Faictz et dictz, f. 1. Molinet, Chronique, IV p. 307. Recueil de Chansons etc. La Borderie, l.c., p. 603, 632.

Een andermaal moet de pastorale dienen, om de lasterlijkste politieke satire een dichterlijk kleed te verleenen: een Bourgondisch partijganger steekt al den haat tegen den vermoorden hertog van Orleans in het gewaad van een aanminnig herdersdicht: le Pastoralet. Bij de hoffeesten ontbreekt nooit het pastorale element.

De verschillende sferen van fantazie worden stijlloos dooreengemengd. Geen product zoo bizar als het politieke schotschrift in het kleed der pastorale. De onbekende dichter, die zich Bucarius noemt, heeft in Le Pastoralet al den laster van het huis Bourgondië tegen Orleans in de kleur der herderij geschilderd: Orleans, Jan zonder Vrees en al hun trotsch en grimmig gevolg als zoete herders, wonderlijke Leeuwendalers! De herdersrok is beschilderd met fleurs de lis of klimmende leeuwen; er zijn "bergiers

Molinet, IV p. 389. Molinet, I p. 190, 194; III p. 138; vgl. Juvenal des Ursins, p. 382. Deschamps, II p. 213. Lay de franchise; vgl. Chr. de Pisan, Le dit de la Pastoure, Le Pastoralet, roi René, Regnault et Jehanneton, Martial d'Auvergne, Vigilles du roi Charles VII, etc., etc. Deschamps, no. 923, vgl. XI p. 322. Villon, ed. Longnon, p. 83. Gerson, Opera, III p. 302.

Recollection des merveilles, bij Chastellain VII p. 200; vergelijk de beschrijving der Joutes de Saint Ingelevert in een gedicht, vermeld bij Froissart ed. Kervyn, XIV p. 406. Le Pastoralet, ed. Kervyn de Lettenhove, (Chron. rel.

Terwijl de geleerde auteurs den klassiek Latijnschen briefstijl reeds beheerschen met volkomen vaardigheid, vertoonen de wereldlijken, bij al hun bewondering voor de Oudheid, somtijds nog een diepe onwetendheid. Machaut (hoewel geestelijke geen geleerde en wereldsch als dichter) verhaspelt de namen der zeven wijzen op de wanhopigste manier. Chastellain verwart Peleus met Pelias, La Marche doet het Proteus en Pirithous. De dichter van Le Pastoralet spreekt van "le bon roy Scypion d'Afrique", de schrijvers van Le Jouvencel leiden "pollitique" af van [greek: polyt] en een gewaand Grieksch "icos, gardien, qui est