United States or Guernsey ? Vote for the TOP Country of the Week !


PROTEUS. Hier is mijn hand, als pand van eeuw'ge trouw; 8 Glipt mij op een'gen dag een uur voorbij, Waarin ik niet om u, mijn Julia, zucht, Dan straffe voor vergetelheid in liefde Mij 't volgend uur met zware ramp en nood! Mijn vader wacht mij reeds; neen, antwoord niet! Het is nu vloed; 'k meen niet uw tranenvloed; Die vloed zou mij voorbij mijn tijd doen toeven. Julia, vaarwel!

HERTOG. 't Is u bekend, hoe gaarne ik een verloving Tot stand bracht tusschen Thurio en mijn dochter. PROTEUS. Ik weet het, heer. HERTOG. En toch is u niet onbekend, vermoed ik, Hoe zij zich tegen mijnen wil verzet. PROTEUS. Toen Valentijn nog hier was, deed zij 't, heer. HERTOG. Zij is van die verkeerdheid niet bekeerd.

Ik bid u, help mij, Dat ik de jonkvrouw Silvia spreken kan. SILVIA. Zoo ik het waar', wat zoudt gij van haar willen? JULIA. Zoo gij het zijt, dat gij geduldig aanhoort, Wat ik als boodschap overbrengen moet. SILVIA. Van wien? JULIA. Mejonkvrouw, van mijn heer, Signore Proteus. SILVIA. Hij zendt om een portret u hier, niet waar? JULIA. Zoo is 't, mejonkvrouw. 121

Prytaneum, Prytaneion, een gebouw te Athene, waar aanzienlijke vreemdelingen en verdienstelijke burgers hunne, van staatswege verstrekte, maaltijden hielden. Oorspronkelijk hielden ook de prytanen hier hunne zittingen en maaltijden. Proteus.

Ja, hield de liefde uw lente niet geketend Aan 't lieflijk lonken van uw aangebeed'ne, Dan drong ik u, veeleer te zaam met mij Der wijde wereld wond'ren te gaan zien, Dan zóó uw jeugd, in duffe droomerij En lendenlammen lediggang te slijten, Doch wijl gij mint, blijf minnen, groei er in, Zooals mijn wensch zal zijn, als ik eens min. PROTEUS. Gij wilt dus gaan? Vaarwel mijn Valentijn!

Dat waren trouwens ook de zinne- en minnebeelden van =Proteus= en van de =Maagdenpligten=, die hij eerst een weinig verwaarloosd had en waartoe hij nu terugkeerde. Veel sneller dan eene pen over het papier kan gaan, volgden in zijnen geest deze indrukken en herinneringen elkander op.

Voor u, lieflijke Geest, rest nog éen arbeid, Ione, geef haar die gebogen schelp, Die de oude Proteus gaf als bruidsgeschenk Aan Asia, ademend een stem daarin, Die zal verwerklijkt worden, en die gij Verborgt in gras onder de holle rots. Gij van alle Uren meest begeerde, meer Bemind en minnenswaard dan al uw zusters, Dit is de tooverschelp.

LANS. Ja, heer; het andere eekhoorntje werd mij op de markt door de knapen van den hondenslager ontstolen; en toen heb ik haar mijn eigen hond gebracht, die zoo groot is als tien van de uwen en daarom een zooveel grooter geschenk. PROTEUS. Ga, pak u weg en breng mijn hond terug, Of kom mij nimmer weder onder de oogen! Weg, zeg ik! Blijft gij staan om mij te tergen?

PROTEUS. Wees kalm, wees kalm, mijn lieve Julia! JULIA. Ik moet, ik kan er niets aan doen. PROTEUS. Zoodra 't mij moog'lijk is, keer ik terug. JULIA. Is ommekeer u vreemd, te vroeger keert gij. Hier, neem, en blijf uw Julia steeds gedenken. PROTEUS. Dank! maar in ruil, neem dit, en leef in hoop. JULIA. En zegel met een heil'gen kus den koop.

Ik heb besloten, dat gij een'gen tijd Met Valentijn aan 's keizers hof zult toeven; Wat hem wordt toegelegd door zijn verwanten, Diezelfde som ontvangt ook gij van mij. Wees gij nu morgen voor de reis gereed; Geen tegenwerping; 't is mijn vaste wil. PROTEUS. Zoo snel, heer, kan ik niet reisvaardig zijn; Ik bid u, overweeg een dag of twee.