United States or Bulgaria ? Vote for the TOP Country of the Week !


J. Mangeart, Catalogue des mss. de la bibl. de Valenciennes, 1860. p. 687. Journal d'un bourgeois, p. 96. La Marche, II p. 378. Les cent nouvelles nouvelles, II p. 183. Vgl Rabelais, Pantagruel, I. IV ch. 29. De captivitate babylonica ecclesiae praeludium. Werke ed. Weimar, VI p. 562. Het symbolisme was als de levende adem der middeleeuwsche gedachte.

I, 1235 met II, 1259. Vgl. I, 331-2 met II, 359-360. Vgl. voorts het echt epische in I, 643 vervangen door het didactische in II, 692-3; het ironische in I, 1663 door het rechtstreeksche in II, 1677; de mindere levendigheid in II, 616 vlgg. vergeleken bij I, 562 vlgg. MULLER a.w. bl. 161-163, 166. Vgl. vs. 2053, 3182 en 2053. 2. VERHALENDE EN LYRISCHE PO

AYLVA, die van de bescherming zijner provincie zoo veel eer mogt verwerven, wist in den slag van Senef »door uitstekende dapperheid zijn reeds verkregen »roem loffelijk te handhaven," en dien bij de belegering van Keizersweerd en Bonn en inzonderheid vóór en in den slag van Fleurus te vergrooten. SYLVIUS, Vervolg op AITZEMA, dat aan hem werd opgedragen, I 287, 562 env.

Opera, I p. 19. Ib. p. 16, 17. Gerson, De distinctione etc., I p. 44. Gerson, Tractatus II super Magnificat, Opera, IV p. 248. 65 nutte artikelen van der passien ons Heren, Moll, Brugman, II p. 75. Gerson, De monte contemplationis, Opera, III p. 562. Gerson, De distinctione etc., Opera, I p. 49. Ib. Acta sanctorum Martii, t. I p. 562. James, l.c., p. 343. Acta sanctorum, l.c., p. 552ss.

R. 562. Kokosnootkoekjes. Men roert 100 gram boter tot room, voegt er 10 gram poedersuiker bij met 3 eierdooiers, één liter melk, 150 gram fijngeraspte kokosnoot (zie R. 329) en 300 gram bloem, die men eerst goed heeft gezeefd. Na dit deeg goed te hebben gekneed, werkt men er het stijfgeklopte wit der drie eieren door. Van dit deeg snijdt men koekjes, die men met olie of boter insmeert en dan in een matig verwarmden oven 10

Terwijl thans nog 562 M3 water in de seconde over de glooiingen stort, zal de toekomstige watermassa nog slechts 50 M3 bedragen en in plaats van de wild voortbruisende watermassa's, die de bewondering van de toeristen opwekken, zullen dan de bezoekers de droge, gladgeslepen rotsblokken van het stroombed mogen beschouwen, als zij niet liever elders het altijd nog rijk vertegenwoordigde natuurschoon willen gaan genieten.

De tegenwoordige Engelschen en de Friezen mag men met regt broeders kinderen heeten. Ware deze les voor de Friezen slechts niet evenzeer verloren gegaan als voor zoo vele latere volkeren!" J. na C. 468, 496, 555, 562, 605, 628, 631. »Doch toen de Saksen en Franken elkander wederkeerig te magtig werden, ontstond er groote vijandschap tusschen deze beide strijdbare volkeren.

Dit betuigden de Staten in den brief van rouwbeklag aan haren kleinzoon. Zie STUART, vervolg op WAGENAAR, II 249; DE CHALMOT, Leven der Prinses, Leeuw. 1765; J. VAN DEN BOSCH, de Heeren Stadhouderen van Vriesland, Leeuw. 1770, 35, 86; Levensbeschrijving van Nederl. Mannen enz. VI 154; VAN KAMPEN, Karakterkunde, II 562 enz.

Zoodra ontvangt Binckes geen berigt van deze daad, of hij wendt zijn schip, zet de roovers alléén na, herneemt zijne schepen uit hunne klaauwen en komt daarmede den volgenden dag in de baai van Cadix bij de overigen terug. Men zie daarover Ned. Jaerboeken, 1758, 562, 1759, 123; Onmiddelijk Vervolg op Wagenaar, XXII 420. Aant. 24, op bladz. 270. De Friezen aan den Rijn, in 1672.