United States or Iran ? Vote for the TOP Country of the Week !


Vogel-spreuken vindt men behalve Vad. Mus., I, 319-321, ook nog in het Haagsche hs. no. 721, fo 3, vo en achter een ter Kon. Bibl. aanwezig bundeltje, getiteld: "Dit boecxken hout in sulcke manieren" etc. Vgl. voorts nog: Jahrbuch des Vereins für niederd. Sprachforschung, no. XI, 171; XIV, 101 flgg. Zie deze stukken in Tijdschr. v. N.T. en L., XI, 210, 289 en D. War., I, 134. Vad.

Romanische Studiën.... von ED. BOEHMER, I, 553 flgg. Over de tijdsbepaling van het Mnd. gedicht te verg. het a.w. van P. PIPER, I, 116. De Middelnederlandsche bewerking is tot ons gekomen in twee redacties, die van het Hulthemsche en die van het Comburgsche hs.

Ik verwijs hier natuurlijk vooral naar de uitgaaf zijner werken door BISSCHOP en VERWIJS en de uitstekende Inleiding daarop; voorts naar hetgeen JONCKBLOET over hem heeft medegedeeld en het degelijk overzicht van Dr. TE WINKEL. Fragmenten van zijn werk zijn medegedeeld in jahrbuch d.V.f.N. Sprachf., XII, 106; XV, 39 flgg. Ged., bl. 127.

SCHERER, Gesch. der D. Lit., S. 143-4; PIPER, Spielmannsdichtung, II, 299; Grundriss der German. Phil., II, 1, 258. Uitgegeven door STEINMEYER in Z.f.d.A., 21, Bd. S. 307 flgg. STEINMEYER gelooft dat de afschrijver aan de taal een Hoogduitsche tint gegeven heeft.

XVI B. II Abth. . Een uitvoerig stuk over de Kruis-sage van J. KOOPMANS in Taal en Letteren, VII, 321 vlgg. Een fragment uit de 14e eeuw met eenigszins afwijkende lezingen uitgegeven in Germania, XV, 360 flgg. Uitgeg. door Dr. L. WIRTH in: Bibl. van Mnl. Lett. Afl. 49. Vgl. de critiek dezer uitgave door Dr. STOETT in Museum, 1893, 104. Vgl. daarover Inl., bl. 14 vlgg.

Over een Duitsch leven van S. SERVAES uit ongeveer denzelfden tijd als VELDEKE'S werk: Z.f.d.A., 1845, V, 75 flgg. Deze Latijnsche passage komt niet voor in HARIGER'S Gesta, wel in de toevoegsels tot dat werk van zekeren AEGIDIUS, een Cistercienser monnik uit het Klooster van S. Maria aureae vallis.

De Versus de hirundine medegedeeld in Zeitsch. f.d. Alt. N.F. 7, 388 flgg. Zijne Antiphonen op S. Maarten in Kerkhistor. Archief, III, 213 volgg. Zie voor het medegedeelde MOLL'S Kerkgesch., I, 275 volgg. en ALPERTUS' Kroniek De Div. Temporum. Voor verdere bijzonderheden zie men Grundriss der Germ. Phil., II, 1, 251; en PIPER'S Spielmannsdichtung, II, 1.