Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 30 september 2025


Ik ben het verhaal gevolgd in den Hollantsche Mercurius van 1652, III 82, nagenoeg overeenkomende met BRANDT, Leven van de Ruiter, Amst. 1701, 27 en DE JONGE, Zeewezen, II a 53. Nadat JOHAN DE WITT in 1653 Raadpensionaris van Holland was geworden, deed hij moeite dezen oorlog te doen eindigen, hetgeen eerst in 1654 gelukte.

Want even als de uitdrukkingen bij den scheepsbouw en bij het geheele zeewezen, bij het handelsverkeer en op de markten gebruikelijk, zoo was en bleef bij de Engelschen ook de zeemans- en handelaarsondernemingsgeest, geheel en al een deel van het Germaansche wezen. De oorlog en het militaire wezen daarentegen werden weder Fransch.

Bij eene nieuwe regeling van het Nederlandsche Zeewezen had Friesland, in vereeniging met Groningen, in 1596 een eigen Collegie ter Admiraliteit verkregen, hetwelk te Dokkum was gevestigd. Dan de minder gunstige ligging van deze stad tot aanbouw, toerusting en het uitbrengen van oorlogsschepen gaven reeds in 1603 aanleiding tot een voorstel, om dezen zetel van het Collegie te verplaatsen.

Zelfs deden de Algemeene Staten al het mogelijke om den vrede te bewaren en den oorlog te schuwen, hetgeen ook na de aanzienlijke vermindering van de landmagt en de verwaarloozing van het zeewezen wel noodzakelijk was, ofschoon zij de eer en waardigheid des lands daarbij dikwijls in de waagschaal stelden.

Zie de voorbeelden daarvan bij DE JONGE, Zeewezen, III a 130, 150, 269, 292. Behalve het vroeger aangehaalde uit DE JONGE, op bl. 259, blijkt dit uit veelvuldige plaatsen in het 3e dl. 1e en 2e st. van zijn voortreffelijk werk, waaruit ik tot mijn leedwezen geene meerdere bijzonderheden kan mededeelen.

En toch waait ons krachtiger de frissche zeewind tegen en vindt het zeewezen een ruimer vertegenwoordiging. De volkstaal krijgt hier veeleer den stempel van eenigszins ruwe hartelijkheid, als van zeelieden, die den voet aan wal zetten; maar zij blijft frank en vrij, zonder slinkschheid en kronkelwegen, lijnrecht als de slooten en kanalen, die de polders talloos doorsnijden.

Dewijl nu de Raadpensionaris, die in persoon bij de vredesonderhandelingen te Breda tegenwoordig moest zijn, dien tocht niet kon bijwonen, had men diens ouderen broeder, Cornelis de Witt, Ruwaard van Putten, Burgemeester van Dordrecht en lid van de Admiraliteit der Maas, die betrekking opgedragen. Deze was een man van persoonlijken moed en wel bekend met het zeewezen.

Eene verbazende magt werd er alzoo ontwikkeld, waarvan het toenmaals eerst opkomende zeewezen van ons land nog geen voorbeeld had gegeven, en welke zelfs ook later geene weêrgade vond. En zulk eene vloot en leger achtte men noodig, om een land, zóó klein van omvang, doch zóó geducht door den heldenmoed en de vrijheidsliefde zijner bewoners, te veroveren!

Eerst toen de Denen Engeland begonnen te plagen, gingen de Anglo-Saksers herhaalde malen in groote massa's naar Schotland, en verzamelden zij zich voornamelijk in de zoogenaamde Lowlands. Intusschen was bij de Anglo-Saksers het zeewezen niet zoo goed ingericht, dat zij gemakkelijk in al de eilanden en schiereilanden, waaruit Schotland samengesteld is, met eenig gevolg hadden kunnen binnendringen.

Vanhier, dat de Generale Staten, die in dit jaar onze zwakke vloot van 40 schepen reeds met 36 versterkt hadden, in het volgende jaar bevolen, dat de zeesteden nog 50 en de admiraliteiten nog 100 schepen zouden uitrusten. DE JONGE, Geschiedenis van het Ned. Zeewezen, II a 30 env.; WAGENAAR, Vaderl. Historie, XII 232 env.

Woord Van De Dag

sanktie

Anderen Op Zoek