Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 6 oktober 2025
Vet van soep en afgesneden vet van een stuk gebraden rund- of kalfsvleesch kunnen ook zeer goed dienen voor het stoven van groenten, mits het laatstgenoemde eerst worde opgesmolten en door eene zeef gegoten.
Men wrijft frambozen door eene zeef, zorgende dat er geene pitjes doorgaan, en voegt dan bij 5 ons sap evenveel suiker, en het sap van 2 citroenen. Dit roert men zoo lang tot de suiker geheel gesmolten is, en doet het dan in de ijsbus. Evenzoo kan men ijs van andere vruchten maken. Punsch ijs.
Men neemt uit eenige kersen de pitten, stampt die fijn, en zet ze met de vruchten, benevens gestooten beschuit, citroenschillen en eenige nagelen, zoo lang in het noodige water te koken, tot de kersen zijn stukgekookt. Dan wrijft men alles door eene zeef, brengt het weder aan de kook, roert er dan rooden wijn, suiker en kaneel door, doet ze op en geeft ze met anijsbeschuitjes. Appelsoep.
Dan laat men ze op eene zeef uitlekken, legt ze vervolgens in eene diepe porseleinen schaal, bestrooid met het volgende, waarvan de hoeveelheid is berekend voor 1 p. schoongemaakte stukken kalebas: 1 p. suiker, 1 1/2 w. gemberpoeder, 1/2 w. gemalen witte peper en, naar verkiezing, wat cayennepeper, op de punt van een mes.
Dan wrijft men de tamarinde door een zeef, voegt er Javaansche suiker bij en laat ze doorkoken tot de suiker geheel is opgelost. Is ze zoet genoeg, dan bindt men ze met maizena tot de gewenschte dikte. Men dient ze op met rijst, bereid volgens R. 330-332. Tamarindemoes met geslagen room.
Het land scheen, als een zeef vol gaatjes, doorboord met de ronde openingen van kleine meren. Alles baadde in licht tot in de verste verten; maar wijd in het rond heerschte de meest volslagen eenzaamheid. Het was, alsof de bodem een schatkamer was, waarin ongekende rijkdommen lagen opgehoopt, van welke men slechts tersluiks waagde, hier en daar iets weg te nemen.
Na de aalbessen goed gewasschen en gerist te hebben, zet men ze op in kokend water, laat ze even doorkoken en wrijft ze vervolgens door een zeef. Men voegt er wat frambozenstroop en de noodige suiker aan toe en bindt ze met opgeloste agar-agar gelijk in R. 494 is voorgeschreven, waarna men ze in een steenen vorm giet. Abrikozenpudding.
Overgebleven of opzettelijk voor het doel gekookte aardappelen worden door een grove zeef fijngewreven of met een groentemolen gemalen. Men vermengt de aardappelen met wat melk, een kluitje boter, een paar rauwe eieren, wat gefruite fijn gehakte uien, wat gehakte peterselie en zout naar smaak. Heeft men een stevig deeg, dan steekt men er brokken uit, die men langwerpig rond rolt.
Frambozensap of gelei wordt met witten wijn en een weinig water, suiker en kaneel gekookt; dan met een paar eijerdoijers en wat paarlsago gebonden. Des verkiezende, kan men voor 1/3 deel witten wijn nemen. Kersensaus. Men kookt de kersen, benevens de gestampte pitten; wat nagelen en citroenschijven, gedurende een kwartier in eenig water, en wrijft dan alles door eene zeef.
Als de azijn slechts is verschaald, zonder dat de augurken bedorven zijn, neemt men verschen azijn, legt de afgewasschen augurken er in, benevens de op eene zeef afgespoelde kruiderijen, en als nu de azijn zeer heet is geworden, neemt men alles er uit, legt het in den pot, laat den azijn doorkoken, en giet hem, koud geworden, over de augurken. Het zwavelen van inmaakflesschen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek