United States or Kosovo ? Vote for the TOP Country of the Week !
Dat begon Jonge Kees te vervelen en in de hoop, dat hij zijn makker wat opvroolijken zou, zette hij Joost Van den Vondels keurigen Wilt-zangh voort. "Wy zaeien noch wy maeien niet: Wy teeren op den boer. Als 't koren in zijn airen schiet Bestelt al 't land ons voêr. Wy minnen zonder haet of nyt. En danssen om de bruit: Ons bruiloft bint zich aan geen tydt, Zy duurt ons leven uit!"
Neen, ik en ben geen "vreck", ik en wil geen "vreck" zijn ook!" Het gezang klonk nu heel dichtbij. "Waar groeien eicken 't Amsterdam? O kommerziecke Beurs, Daar noit genoeghen binnen quam! Wat mist die plaets al geurs! Wy voghels vlieghen warm gedost Gerust van tack tot tack. De hemel schaft ons dranck en kost, De hemel is ons dack. Wy zaeien noch....."
"Grootvader Huib zet er stukjes aan, kinderen, hij zegt wel eens meer wat om me te plagen!" antwoordt de vrouw en hierop begint Huib met eene sterk bevende stem te zingen: "Wat zongh het vrolyck vogelkyn, Dat in den boomgaert zat?" en zoo ging het voort tot hij bleef steken midden in den regel: Wy zaeien noch wy maeien nyet Wy teeren op.... "Jaantje, Jaantje, daar komt De Marten Harpertsz.
Woord Van De Dag