Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 12 oktober 2025
Omtrent de reden waarom deze aandoening meestal verbonden is met afgunst, zie Stelling XXXII van dit Deel en de Opmerking daarbij. XXXIV. Dank of Dankbaarheid is Begeerte, of een streven der Liefde om wèl te doen wie ons uit gelijke Liefde een weldaad heeft bewezen. XXXIX en Opmerking St. XLI v.d. XXVII v.d. XXXIX v.d.
Bewijs. St. XII v.d. St. XXIX v.d. Opmerking St. XIII v.d. H.t.b.w. Stelling XXXIV. Hoe grooter wij ons de genegenheid voorstellen welke een geliefd wezen voor ons gevoelt, hoe meer wij ons daarop zullen verheffen. Bewijs. Opmerking St. XIII v.d. Hoe grooter dus de Blijheid is, welke naar onze voorstelling het geliefde wezen door ons toedoen ondervindt, hoe meer dit streven wordt bevorderd; d.w.z.
Vloed, ebbe en magnetische helling. scheepstimmerhout. Het vlot. XXXII. Zeilklaar. Vertrek van Gräubenhaven. Het scheepsjournaal. Voorwereldlijke visch. Blindheid van dien visch. Axel's droom. Axel ontwaakt. XXXIII. Des professors ongeduld geboekstaafd. De lange zeereis. In het ijzer gebeten. Zeemonsters. Ontsteltenis. Strijd. De plesiosaurus bezwijkt. XXXIV. Nieuw gevaar. Iets gezien. Een eiland.
De kennis van de eerste soort is de eenige oorzaak van valschheid, die van de tweede en derde soort is echter noodzakelijk waar. Bewijs. In de voorgaande Opmerking zeiden wij dat al die voorstellingen welke inadaequaat en verward zijn, tot de kennis van de eerste soort behooren. St. XXXV v.d. St. XXXIV v.d. H.t.b.w. Stelling XLII.
Petri Alliaci De falsis prophetis, bij Gerson, Opera, I p. 538. La Marche, II p. 361. De venustate etc., t. XXXIV p. 242. Froissart, ed. Luce, IV p. 90, VIII p. 43, 58, XI p. 53, 129; ed. Kervyn, XI p. 340, 360, XIII p. 150, XIV p. 157, 215. Deschamps, I p. 155; II p. 211, II no. 307, p. 208; La Marche, I p. 274.
Vooraf echter moet ik enkele opmerkingen maken omtrent den natuurlijken en den maatschappelijken staat des menschen. XIX en XX v.d. Gevolg I St. XXXV v.d. Gevolg St. IV v.d. St. VI v.d. St. XXXIII v.d. St. XXXIV v.d. Opmerking St. XXXV v.d.
Hetgeen voorwaar niets anders is dan God aan het noodlot onderwerpen, ongerijmder dan hetwelk wel niets van God beweerd kan worden, van wien wij toch aantoonden dat hij zoowel van het wezen aller dingen als van hun bestaan de eerste en eenige vrije oorzaak is. Daarom is het ook niet noodig dat ik nog meer tijd verspil met het weerleggen van deze ongerijmdheid. Stelling XXXIV.
Maar voorstelling A heeft, volgens het onderstelde, betrekking op God voorzoover hij zich openbaart in den menschelijken Geest; derhalve moet ook de voorstelling van voorstelling A tot God in dezelfde betrekking staan; d.w.z. XI v.d. St. XXXIV v.d. H.t.b.w.
Voorts hebben wij in Stelling XXXIV Deel I aangetoond, dat Gods macht niets anders is dan Gods werkdadig wezen, en daarom is het ons even onmogelijk te denken dat God niet zou handelen als dat God niet zou bestaan. Doch ik wil niet zooveel woorden aan eenzelfde zaak verliezen.
In de Middeleeuwen gold zij als het symbool van den Messias: de bloem, uit den hemel neergedaald en vrucht dragend op den kruisboom; zie Mannhardt, Baumkultus, bl. 249; Is. Teirlinck, Plantenkultus, in de Vlaamsche Kunstbode XXXIV , bl. 69, vlg.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek