Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 26 juni 2025
Hij zette de handen in de zijden en zeide: »Roodbaatje, ik heb je verzocht de deur uit te gaan, maar je wildet niet, nu moet je dièn kant uit." »Welken kant?" riep de welbespraakte, in groote verbazing. »Dièn kant!" zeide de Boer, in een bepaalde richting wijzend. »Door dat raam?" vraagde de agent twijfelend, maar hij schepte moed en dacht aan een grap.
De welbespraakte staakte zijn rede een oogenblik, wierp een onderzoekenden blik op het breede gelaat daar voor hem, en sloeg met de witte handschoenen naar de vliegen, die hem plaagden. Doch dat gelaat bleef onbewegelijk, en terwijl baas Jansen machtige rookwolken blies uit zijn korte pijp, rustten zijn grijze oogen met klimmenden achterdocht op den welbespraakte.
Buiten de stampvolle gelagkamer, aan den voet van den trap die naar de ziekenkamers voert, stond een pantserfort-artillerist op post met het geweer aan den schouder. Een brigadier der rijksveldwacht stond hoogerop, maar betere bescherming voor de patiënten dan die schildwacht en de ongenaakbaar uitziende man der wet leek mij de beminnelijke welbespraakte echtgenoote van Dr.
»'t Is een bescheidene maar ernstige poging," zeide de welbespraakte, »om de sociale kwestie uit de wereld te krijgen," en hij draaide zelfbewust de punten op van zijn bruinen knevel. Doch het doel was niet zoo mooi, als de agent de agent van Cecil Rhodes den eenvoudigen Boer zat voor te liegen.
De welbespraakte, wiens welsprekendheid en brutaliteit grooter waren dan zijn menschenkennis, had toch zooveel begrip, dat hij de weddenschap verder wijselijk liet rusten. »Mijnheer Jansen," zeide hij, »vraag dan eens geld!" »Ik vraag niets," antwoordde de boer. Zijn geduld raakte uitgeput. »Vraag driehonderd vijftig pond!" zeide de welbespraakte. »Ik vraag niets!" herhaalde Jansen met klem.
Jansen zeide geen woord, en de welbespraakte ging voort: »U krijgt vijftig souvereins als handgeld tegen de onderteekening van een klein koopcontractje." Hij haalde een handvol goudstukken voor den dag, en begon ze neer te tellen op de eikenhouten tafel.
"De Vicaris!" riep hij uit, terwijl een glans van vergenoegen zich op zijn gelaat verspreidde: "voorwaar de man kan nooit op gelegener tijdstip komen! ik had juist een welbespraakte noodig: geleerde tegen geleerde dat's kamp.
Van de ware bedoeling der Engelsche Maatschappij wist Jansen intusschen niets af, maar zijn gezond boerenverstand zeide hem toch, dat de mooie voorspiegelingen van den gladden prater daar voor hem, zeker, niet waar konden zijn. Hij liet dus den welbespraakte uitpraten, sloeg het rechterbeen over het linker, en zeide: »Ik heb er geen zin in, om Elandsvallei te verkoopen; ik verkoop je geen land."
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek