Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 23 juni 2025
Het gevolg daarvan was, dat de goede gelegenheden om te werken dikwijls aan zijn deur kwamen kloppen, zonder dat Jacques er antwoord op gaf; hij wilde zich niet laten storen: hij vond het te heerlijk te droomen in den glans der oogen van zijn vriendinnetje. Toen Francine gestorven was, ging de beeldhouwer zijn oude vrienden, de Waterdrinkers, weer opzoeken.
Gedurende zijn liaison met Francine was de verhouding van Jacques tot de club der Waterdrinkers minder intiem geworden. Om in het onderhoud van hem en zijn vriendinnetje te kunnen voorzien, had hij enkele wetten en voorschriften, die op den oprichtingsdag der club door de Waterdrinkers plechtig onderteekend en bezworen waren, moeten overtreden.
Toen Jacques die weinige sympathie bemerkte, wilde hij liever met zijn smart alleen zijn dan deze op zoo'n manier aan discussies blootgesteld te zien. Hij brak dus volkomen met de Waterdrinkers en leefde alleen voor zichzelf.
Dit verschil zal men alleen reeds uit dit enkele feit kunnen begrijpen, dat in het boek van Balzac de leden van den vriendenkring het doel, dat zij zich voor oogen gesteld hadden, ten slotte bereikten en daarmede het bewijs leverden, dat ieder systeem, dat tot het doel leidt, goed is, terwijl de club der waterdrinkers na een bestaan van vele jaren op heel natuurlijke wijze, n.l. door den dood van al haar leden, aan haar eind kwam, zonder dat de naam van een hunner verbonden was aan een werk, dat van hun bestaan had kunnen getuigen.
Maar toch bestond er een groot verschil tusschen de helden van dien vriendenkring en de Waterdrinkers, die, zooals alle navolgers, het systeem, dat zij in praktijk wilden brengen, gruwlijk overdreven hadden.
Enkele dagen later stierf Jacques. Daar de begrafenis gelijktijdig met de opening van den salon plaats had, konden de Waterdrinkers er niet bij tegenwoordig zijn. De kunst voor alles, had Lazare gezegd. Jacques' familie was niet rijk en de kunstenaar had geen eigen graf. Hij werd in een hoek van het kerkhof begraven.
Jacques was ontevreden en benijdde bijna de levenswijze van zijn oude vrienden, de Waterdrinkers. Hij trachtte afleiding te vinden, knoopte nieuwe vriendschapsbanden aan. Zoo ging hij veel om met den dichter Rodolphe, dien hij in een café had leeren kennen; beiden hadden een groote sympathie voor elkaar opgevat.
Zoolang Jacques met de Waterdrinkers in gemeenschap van denkbeelden leefde, had hij zich aan die tyrannieke clubvoorschriften onderworpen; maar toen hij Francine had leeren kennen, wilde hij het arme, toen reeds zieke kind niet blootstellen aan de levenswijze, die hij tijdens zijn "ongehuwden staat", geleid had. Jacques was vòòr alles een oprechte, eerlijke natuur.
Toen hoorde de dokter Jacques onder luide zuchten deze egoïstische woorden uitstooten: "Daar wordt mijn jeugd begraven!" Jacques behoorde tot een club, waarvan de leden zich "Waterdrinkers" noemden, en die een navolging scheen te zijn van den beroemden vriendenkring uit de rue des Quatre-Vents, waarvan sprake is in Balzac's mooien roman: "Un Grand Homme de province."
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek