Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 4 juli 2025


Een bisschop van Drontheim liet den kop van een Walrus inzouten en zond dezen in 't jaar 1520 aan Paus Leo X te Rome. Van dezen kop werd te Straatsburg een afbeelding gemaakt, waarnaar Conrad Geszner van den Walrus een tamelijk juiste beschrijving heeft geleverd.

Hoewel de Walrus zich bij zijn eerste ontmoeting met den mensch zeer onverschillig toont, geeft de ervaring hem weldra reden om een andere gedragslijn te volgen; met kracht en verstand verzet hij zich dan tegen den beheerscher der aarde. Een van zijne meest in 't oogloopende eigenschappen is de nieuwsgierigheid, die trouwens aan alle Vinvoetigen eigen is.

De Walrus begeeft zich van het land naar het water door zich van hellingen af te laten glijden, of ook door zich, gelijk andere Robben eveneens doen, met een sprong in het water te storten. Evenals alle andere leden van zijn orde beweegt hij zich hier even snel en behendig, als hij op het land of op het ijs langzaam en onbeholpen is.

De huid wordt gelooid, het vet uitgekookt, de tanden worden als ivoor verwerkt. Het grof vezelige, tranige vleesch wordt door de Europeanen hoogstens in geval van nood gegeten; de tong wordt echter als een smakelijk gerecht beschouwd. De volken van het hooge noorden daarentegen weten van ieder lichaamsdeel van den Walrus partij te trekken.

OLAF. Is u nagezeten door een walrus, oom? HILMAR. Dat heb ik gedroomd, jij domoor! Maar loop jij nou nog altijd te spelen met dien mallen boog? Waarom zie je toch niet een behoorlijk geweer te krijgen? OLAF. Nou, ik zou wat graag willen, maar.... HILMAR. Want een geweer dat beteekent ten minste wat; daar is altijd iets spannends in als je vuren gaat.

Evenals zoovele andere dieren, is ook de Walrus, die nog in de vijftiende eeuw geregeld op de Schotsche kusten aangetroffen werd, langzamerhand door den mensch naar noordelijker streken verdrongen.

Hoe drong hij ook door in die vloeistof, welke voor ons oog ondoorzichtig is; hoe las hij in de diepten der zee! De twee onbekenden hadden mutsen van bevervel op, en laarzen aan van de huid van een walrus; zij droegen kleeren van bijzonder weefsel, die de lichaamsvormen gunstig deden uitkomen, en groote vrijheid van beweging toelieten.

De bewegingen van den Walrus stemmen naar het schijnt nog het meest met die van de Oorrobben overeen. Op het land is zijn beweging log en onbehendig; hij kruipt echter niet, maar gaat, waarbij hij gelijktijdig den linker achterpoot en den rechter voorpoot en vervolgens evenzoo de beide andere pooten verplaatst.

Behalve Ongewervelde zeebewoners vreet de Walrus trouwens ook Visschen, die hij zelf vangt, en de overblijfselen van de Walvisschen en Zeehonden, die door den mensch gedood zijn. De Walrussen vereenigen zich tot gezelschappen, die een meer of minder groot aantal leden hebben, al naar de geaardheid van de door hen bewoonde kust.

Hij zwemt uitmuntend, duikt tot op aanzienlijke diepten en is zeer zeker in staat verscheidene minuten lang onder water te blijven. Een roeiboot is niet in staat een zwemmende Walrus te achterhalen; van vermoeienis schijnt hij niet te weten, hoe lang deze beweging ook duurt.

Woord Van De Dag

estes

Anderen Op Zoek