Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 20 juli 2025
Gedurende den herfst giet men langzamerhand minder om eindelijk de rustende planten, geheel droog, in een kelder of vorstvrije achterkamer te laten overwinteren. In het voorjaar kan men de oude planten in de kamer aan den groei brengen, en dan de jonge scheuten, ter vermenigvuldiging, als stekken gebruiken.
Kleinere Cactussen en Succulenten, waarvoor men geen voldoende ruimte heeft, kunnen met de potten in kistjes met droog zand worden ingegraven, welke men dan ter overwintering boven op een kast kan zetten in een koele, doch vorstvrije kamer. Planten, die om dezen tijd bloeien, moeten zoo licht en zonnig mogelijk gezet worden.
Behalve op behoorlijke begieting en bemesting moet men des zomers ook letten op tijdige verwijdering der kweekknollen, die in grooten getale zich ontwikkelen en de moederplant aanmerkelijk verzwakken. Uit deze kweekknollen kunnen weder jonge planten opgekweekt worden. In den herfst begint de rusttijd der Calla; zij wordt dan minder begoten en overwintert in een koele, doch vorstvrije kamer.
Hij, die zich, nadat de tuin in orde is, er verder geen moeite voor wil geven, moet eigenlijk met de Dahlia's ook niet beginnen, want deze moeten tegen den winter uit den grond opgegraven en tot het voorjaar op een koele, droge en vorstvrije plaats bewaard worden. Men laat er dan liefst de aanklevende aarde aan zitten, en legt ze luchtig uiteen. In het begin van Mei plant men ze weer.
Des zomers moet men haar op het balkon of buiten op de vensterbank kweeken in bakjes of groote potten; ook kan men haar in den tuin uitplanten, wat een uitstekend resultaat geeft, wanneer men er een vrije, zonnige standplaats voor uitkiest. Des winters verlangt zij in een lichte, koele, doch vorstvrije kamer te staan.
Gewoonlijk maakt een liefhebber weinig onderscheid tusschen de planten, die in warme en die in gematigde streken groeien; hij kweekt ze alle in de warme kamer en dat is toch zeer verkeerd. Een bekwaam en practisch kweeker kan aan een plant, die hij nog niet behandeld heeft en die hij zelf niet kent, veelal zien welke aarde en welke temperatuur zij verlangt, en mocht hij zich al eens vergissen, dan zal het niet lang duren, of hij zal zijn fout aan het voorkomen der plant kunnen bemerken. Een zoodanigen practischen blik bezit een leek meestal niet, en wil hij met het kweeken van planten in de kamer succes hebben, dan moet hij van tijd tot tijd beproeven zich daaromtrent op de hoogte te stellen. Niet weinig planten uit gematigde streken hebben een zoo vreemd voorkomen, dat zij de leeken licht doen denken, dat het tropische planten zijn en dus behoefte hebben aan een hooge temperatuur. Van de hiertoe behoorende planten wil ik er slechts een drietal noemen, namelijk de Aspidistra, de Aralia en de Ficus. De Aspidistra is de algemeen bekende, ijzersterke plant, waarvan de groote, groene of bonte bladeren direct uit de aarde ontspringen. Deze plant behoort in China en Japan thuis en verlangt des winters slechts een lage, mits vorstvrije temperatuur en toch wordt zij meestal in een warme kamer gekweekt. Wij hebben nu in de Aspidistra een dier weinige planten, die zelfs bij de slechtste en meest ondoordachte cultuur gezond blijft en waarschijnlijk ook daarom zoo algemeen verspreid is. De Aralia, die uit Japan afkomstig is en de Ficus, die uit Australië stamt, zijn daarentegen zeer gevoelig voor een verkeerde behandeling. Deze beide planten verlangen des zomers een zonnige standplaats in den tuin of vóór het geopende venster, terwijl men ze 's winters moet plaatsen in een kamer, waarvan de gemiddelde temperatuur niet meer dan 45°
Na opgepot te zijn, zet men ze voor het zonnige venster van een goed gelucht vertrek, en begiet ze slechts matig, zoo lang, totdat de bloemsteng zich vertoont. De uitgebloeide planten laat men in een koude, doch vorstvrije kamer overwinteren, zij worden matig vochtig gehouden.
De worsten moeten vervolgens 14 dagen in een niet te sterken rook hangen, en daaruit komende, op eene luchtige vorstvrije plaats, hangend worden bewaard; de geringste vorst bederft de kleur en den smaak. Zij worden smakelijker als men ze eenige maanden laat hangen, vóórdat men ze gebruikt.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek