Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 1 november 2025
De boot drijft aan land, en de messen in den rand wijzen als grafkruisen het aantal en de namen der dooden aan. "Gebleven", zooals de korte lijkrede der noorsche visschers luidt. Behalve kabeljauw wordt ook veel haring hier gevangen, die versch, gezouten of gerookt gegeten wordt. Soms komen ze in zulke dichte scholen, dat men ze met groote schoppen uit het water kan scheppen.
De vangst slaagde boven verwachting; toen dan ook de andere visschers, die zich minder ver van den wal verwijderd hadden, derwaarts terugkeerden, bleven Bording en zijne zonen nog ijverig voortvisschen, middelerwijl den medegebrachten voorraad opterende.
Aristoteles spreekt van een inktvisch van vijf ellebogen, dat is 3,1 meter. Onze visschers zien er dikwijls, die langer zijn dan 1,80 m. De museums van Triëst en Montpellier bewaren skeletten van inktvisschen, die twee meter lang zijn.
Buiten een paar visschers, die naar de rivier zijn afgedaald en groote netten vasthouden, zien wij geen enkelen bewoner. Eerst bij Domnesci begint er weer leven in de omgeving te komen. Dat is intusschen slechts een arm dorpje, doch bij gelegenheid van den Zondag zijn allen er op hun mooist uitgedost.
Zij meenden, dat geen haven aan de hunne gelijk was, en ze gevoelden zich als trotsche heerschers, die met harde voetstappen over de aarde schrijden. "Wie is er gelijk aan de visschers van Westerschouwen?" dachten ze. Eens waren ze er weder uitgegaan, en hun netten deden zij in zee zinken.
Dit is in hoofdtrekken de geschiedenis van al deze plaatsen. Zoo was ook het dorp Nieuwerkerk vroeger een kleine plaats van veenlieden, die gaarne door jagers en visschers bezocht werd, wanneer zij op of in de wateren van den Zuidplas of den Alexanderplas het waterwild of de water bewoners wilden verschalken.
Oorspronkelijk was het visschen van oesters daar alleen aan visschers uit Zeeland vergund, doch in 1799 werd het recht daartoe allen Bataafschen burgers toegekend.
Kleine boeren, kleine kooplui, visschers, zeevolk, woudloopers konden het onder "de Compagnie" onmogelijk slechter en al heel licht beter krijgen dan zij het hadden onder hun eigen radja's. Dat zij niet teleurgesteld zijn geworden, merkt men aan de wijze waarop zij, in het binnenland, reizende Hollanders bejegenen zonder een zweem van angst of onderdanigheid, maar voorkomend en zelfs gastvrij.
Hij wist niet, dat de Franschman en zijn beide metgezellen als door een wonder op de kust werden geworpen; dat visschers van de Lofodden hen opgenomen hadden en dat de professor, bij zijn terugkeer in Frankrijk, een werk had uitgegeven, waarin zeven maanden van die zonderlinge en avontuurlijke reis van de Nautilus beschreven werden en aan de nieuwsgierigheid van het publiek overgeleverd.
Voor zoover ik heb kunnen nagaan, kwamen maar weinig lieden hun raad of voorbede inroepen: en dat waren meest vrouwen van boeren of visschers, of ook doortrekkende pelgrims.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek