Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 21 juni 2025


Een klein getal van uit de zesde hand verkregene verkeerde indrukken, een paar onbekookte oordeelvellingen over eene stad, eene verlepte gevoelige zinsnede over den Mont Blanc, een dozijn geleende phrasen over natuur, komedie en table d'hôte; misschien eens anders oordeel over een paar monumenten, en eene leugenachtige bewondering van een grootsch stuk oude kunst, een Tiziano of een Correggio.

Geen handen hebt ge om tranen af te wisschen, Geen tong om wie u martelde ooit te noemen; Uw gade is dood, en om zijn dood uw broeders Veroordeeld en voorzeker nu reeds dood. Zie, Marcus; ach, zoon Lucius, zie haar aan; Nu ik haar broeders noem, staan op haar wangen Weer versche tranen, als een zoete dauw Op een geplukte en schier verlepte lelie.

Hij opende het en zag, dat het van Dorian Gray was. Hij meldde, dat hij geëngageerd was met Sybil Vane. Moeder, moeder, ik ben zoo gelukkig, fluisterde het meisje, het gelaat verbergend in den schoot van de verlepte, afgetakelde vrouw, die, met haar rug gekeerd naar het schelle, binnen dringen de licht, zat in den lagen fauteuil van hun vuil morsig zitkamertje.

Op deze verspreide stoelen, onder deze verlepte bloemen, onder deze uitgebrande lichten heeft men blijdschap genoten. De zon volgde de lichtkroon op en trad vroolijk het salon binnen. Eenige minuten verstreken. Jean Valjean stond bewegingloos op de plek waar Basque hem verlaten had. Hij was zeer bleek.

Dit onderzoek was spoedig volbracht. De meubelen bestonden uit een vermolmd, wormstekig noteboomhouten kabinet, op gedraaide pooten, hetwelk naast de deur stond en met drie porseleinen vazen pronkte, in eene van welke een ruiker van verlepte goudsbloemen geplaatst was.

Er was met haar, behalve 't kleine, verlepte dametje met radde tong en felle oogen welke zij "Auntie" noemde, nog een dame met voornaam uiterlijk en grijs haar en een oudere heer met rood gezicht en grijzen baard; en zonder er iets van te weten, maakte ik voor mijzelf uit, dat dit haar ouders waren. Ik vond haar, nu ik haar zoo goed kon zien, van een volmaakte en absolute schoonheid.

Ze brokten en klontten samen, laag in het duister; dofzwart waren ze nu, met raadselachtigheden en verlepte boomengroen-kleuren, met verschroeide hoogsels op de takken van het naaldhout.

Woord Van De Dag

verduldige

Anderen Op Zoek