Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 6 september 2025


Ziet, zeide hij, terwijl hij met woede op het dek stapte en schuddebolde, ziet in welken afgrond van vuile, zwarte en afgrijselijke gruwelen ik gevallen ben, toen ik den voet in deze verdoemde kuip zette. Zoo ik hier niet was, zou ik, gezalfd door den Heer.... Met hondenvet? vroegen de Geuzen.

112 En de waterzuchtige: "Des spreekt gij waarheid; maar gij waart niet zoo reede ter getuigenis, toen gij bij Troje naar de waarheid werd gevraagd." 115 "Zoo ik valschheid sprak, gij vervalschtet de munt," zeide Sinon: "en ik ben hier om één vergrijp, maar gij om meer dan eenige andere verdoemde."

"Verwisseld!" Mijn oom keek, vergeleek, en deed het huis beven door een hoogen sprong. Welk een licht ging er tegelijk op voor zijn en mijn verstand! "Dus wees dan," riep hij, zoodra hij weder spreken kon, "na onze aankomst bij kaap Saknussemm de naald van dat verdoemde kompas het zuiden in plaats van het noorden aan?" "Dat blijkt." "Dan wordt onze dwaling verklaard.

"Ga van hier ontaarde zoon!" waren de woorden mijns vaders: "Ga van hier, door God verdoemde ketter! Ga! ik vloek u in dezen stond. Vlied, want God die u veracht, wil niet dat ik u langer als mijn zoon zal liefhebben."

Allemaal slechte menschen; weten niets; verdoemde gekken!" Als hij zoo boos was, vloekte hij, ofschoon ik hem vroeger nooit had hooren vloeken. Hoewel onze drie Vuurlanders slechts drie jaren onder beschaafde menschen hadden geleefd, weet ik zeker, dat zij blijde zouden geweest zijn, indien zij hunne nieuwe leefwijze hadden mogen behouden; maar dit was natuurlijk onmogelijk.

Zoo'n lummel, zoo'n kwast, die met zijn vaders geld in den zak kan gaan en trekken, waarheen hij wil, en den toestand niet begrijpt van een mensch, die een huisgezin moet onderhouden in deze slechte tijden; hij, wien de verdoemde schurken, de Fransozen, zijn vee niet hebben afgenomen en zijne paarden niet uit den stal gehaald en zijn huis niet geplunderd hebben, die wil zich op mij wreken?

Ach 't leven was een woud, een schemer zonder dag. Een duisternis van strijd en eeuwig onderdrukken, Waar slechts de sterke wies, tot hij de sterren zag. En toch: hoeveel dat klom, dat bloeide in 't verborgen, Dat ál maar schoonheid beurde uit die verdoemde laagt' Dat bouwde in den nacht en wachtte op den morgen Totdat de roode dag voor allen heeft gedaagd ! Zij bloeiden boven mij !

Woord Van De Dag

tusschentoestanden

Anderen Op Zoek