Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 12 juli 2025


Veel duidelijker dan in dit gedicht vertoont zich de invloed der literaturen van Frankrijk en Duitschland op de ontwikkeling der onze in het werk van HEINRIC VAN VELDEKE. Zoowel zijne Eneïde als zijne minneliederen hebben groote beteekenis gehad voor de ontwikkeling der Middelhoogduitsche epische en lyrische poëzie. Van zijn leven is ons weinig bekend.

Het oudste Duitse minnelied staat over het algemeen bij Friedrich von Hausen, Heinrich von Veldeke, Heinrich von Moringen of Reinmar von Hagenau in dezelfde verhouding tot zijn romaanse bronnen als de romans van Hartmann von Aue tot de hunne.

IJverig heeft hij Heinrich von Veldeke en Hartmann von Aue bestudeerd en met hen als leermeesters tracht hij zichzelf en zijn landgenoten naar de nieuwe moderne ridderlikheid te vormen.

Volgens de meeste Duitsche geleerden is het epos, zooals wij het tegenwoordig hebben en dat het voorbeeld is geweest der Nederlandsche vertaling, niet ouder dan 1205 . Nu vinden wij echter dat VELDEKE in zijn Leven van Sint Servaes spreekt van ATTILA als "Bodelinghes son" ; deze vadersnaam komt ook in de Nibelungen meer dan eens voor.

Maar niet zóó vast is VELDEKE in de leer van den vrouwendienst of de natuur gaat hem soms boven de leer. Het moge dorperlijk zijn naar het "umbevân" te verlangen, deze minnaar doet wat hij niet laten kan: ich bat sie in der kartâten daz si mich müese al umbevân . en hij vraagt het niet te vergeefs.

Woord Van De Dag

soepe

Anderen Op Zoek