United States or Micronesia ? Vote for the TOP Country of the Week !


De eerste opvatting is die, dat uranisme, dat homosexualiteit een gevolg is van een onzedelijk leven, van zedenbederf, van overprikkeling op geslachtelijk gebied, dat uranisme verkregen wordt door slecht voorbeeld, door verleiding en dat zij, die zich gedurende hun leven hebben te buiten gegaan aan heterosexueele geslachtsuitingen, eindelijk tot homosexueele daden hun toevlucht nemen, om aan hun behoefte naar nieuwe prikkels te voldoen.

Nooit nog heeft de afkeuring van de massa een uranist teruggehouden van zijn uranisme of belet, dat er uranisten werden geboren. Die minachting en verachting hebben alleen belet, dat de uranist openlijk voor zijn uranisme uitkwam. Zij heeft echter daarbij tevens chantage, wanhoop en zelfmoord in de hand gewerkt!

Deze opvatting van "verkregen uranisme" nu wordt door niemand meer gehuldigd, die zich ook maar eenigszins in de studie van het onderwerp heeft verdiept en alleen zij, die niets van het onderwerp weten en zich niet de moeite willen geven om het te bestudeeren, maar die zich tevreden stellen met steeds maar anderen na te praten, houden nog aan die opvatting vast.

Gesteld het uranisme zou een psychopathie zijn, gesteld het zou een degeneratie, een gevolg van degeneratie, een teeken van degeneratie zijn, dan zou hierin geen reden mogen gevonden worden om den uranist met verachting te behandelen of hem uit de samenleving te stooten.

Iets dergelijks nu is nog nooit opgemerkt en in de geheele literatuur over het uranisme en over de homosexualiteit is daarvan geen enkel voorbeeld te vinden, terwijl toch onder de homosexueelen even goed als onder de heterosexueelen losbollen en onzedelijke individuen worden gevonden!

Integendeel, allen die een genoegzaam aantal gevallen van uranisme hebben onderzocht, zijn van het tegendeel van een psychopathie overtuigd. Dit zoowel als de kwestie der degeneratie is van het hoogste belang voor de maatschappelijke zijde van het vraagstuk.

Schijnbaar meer naar waarheid is de opvatting, dat uranisme en homosexualiteit een degeneratie, of een verschijnsel van degeneratie is. Nu wil het mij echter voorkomen, of men in den laatsten tijd wat al te veel gebruik en zelfs misbruik van het woord "degeneratie" maakt.

Doch op dat punt is nog iets anders op te merken, wat van het hoogste belang is. Gesteld het uranisme ware inderdaad een degeneratie en mijnentwege noeme men het zoo, het is alleen een kwestie van woorden dan nog zou dit, wat de maatschappelijke zijde van het vraagstuk betreft, niets zeggen.

Krafft-Ebing echter, en door zijn werk, was de aandacht voor goed op de kwestie gevestigd en weldra verschenen er in Duitschland, even als in Frankrijk mededeelingen over gevallen van homosexualiteit en uranisme. Toch bleef een geregeld doorgevoerde studie nog uit, niettegenstaande Albert Moll zijn boek over "Konträre Geschlechtsempfindung" had geschreven.

Krafft-Ebing zelf, de uitspraken van de competente onderzoekers op dit gebied nagaat, de uitspraken van Hirschfeld, die minstens 5000 uranisten heeft onderzocht, van Fuchs, van Näcke, Bloch, v. Schrenck-Notzing, dan ziet men dat geen van hen het oordeel dat uranisme een psychopathie is, is toegedaan. Noch Lacassagne, noch Havelock Ellis, noch v.