Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 6 juni 2025


Olivier de la Marche besluit zijn stichtelijk allegorisch gedicht over de vrouwenkleeding Le parement et triumphe des dames met den Dood, die aan alle schoonheid en ijdelheid den spiegel voorhoudt: "Ces doulx regards, ces yeulx faiz pour plaisance, Pensez y bien, ilz perdront leur clarté, Nez et sourcilz, la bouche d'eloquence Se pourriront...." Toch is dit nog een eerlijk memento mori.

Na den 5en den 8en regel schijnt een vers te ontbreken; waarschijnlijk rijmde op "menu vair" "mangé des vers" of iets dergelijks. Olivier de la Marche, Le Parement et triumphe des dames, Paris, Michel le Noir, 1520, aan het slot. Ib. Uitgevallen. Villon, Testament, vs. 453 ss., ed. Longnon, p. 39. H. Kern, Het lied van Ambapâlî uit de Therîgâthâ, Versl. en Meded. der Kon.

Dat zou de brave hoveling Olivier de la Marche zich niet veroorloofd hebben, waar hij in zijn Parement et triumphe des dames al de gestorven vorstinnen van zijn tijd op het bekende thema beklaagt. Wat is er over van al die menschelijke schoonheid en heerlijkheid? Herinnering, een naam. Maar de weemoed van die gedachte is niet genoeg, om de behoefte aan felle huivering voor den dood te bevredigen.

Op den laagsten trap van de symboliseering staat een gedicht als Le parement et triumphe des dames van Olivier de la Marche, waarin het gansche vrouwelijk toilet wordt vergeleken met deugden en voortreffelijkheden, een brave zedepreek van den ouden hoveling, met een enkel schuin knipoogje.

Woord Van De Dag

phylarchos

Anderen Op Zoek