Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 17 juni 2025
Zoo duurde het twee uur, tot men door Weesp en door 's Gravenland gereden was, tot in de Leeuwelaan. Om dat Mathilde geen koû zoû vatten, waren de raampjes toegelaten, maar door de reten suizelde de lente binnen, éen wordend met de lauwe, doffe lucht in het rijtuig.
Harmonia! suizelde het voor ons door de herfstloovers Harmonia! In den Hobbelstoel. Finis Coloniae.
Zij gaf zich over, zeeg naar achteren, haar hoofd over haar borst, haar handen aan weêrszijde, tintelend en gevoelloos, van de bank afhangend; haar vingers alleen maakten aarzelende, stervende bewegingen van uitrekken. Een zalige wezenloosheid suizelde door haar hersenen. Hijgend nam zij den zomer in zich op; windjes schenen van haar voorhoofd het bewustzijn van het lijden wech te streelen.
Er was bijna niemant over den weg te bekennen. De vensters van de villaas waren gesloten; de menschen waren nog niet aangekomen. Hier en daar in de verte gingen de flodderige, plompe gestalten van een man, van een vrouw. Voor Mathilde alleen was de eerste lentedag van het Gooi. Een welkom suizelde haar nu tegen, toewemelend uit alle lichten, links en rechts en overal.
Het purper, het groen, het wit, het goud, namen als vierkante en driehoekige vormen aan. De kleuren werden lijnen, schenen tastbaar. Dan week de slag en een loome droom als een onzichtbare sluyer, suizelde van Mathildes hoofd en leden naar beneden. Tot aan het eten bleef zij in den tuin, tusschenbeide zachtjes aan een beetje wandelende, telkens te-rugkeerende in de hut om uit te rusten.
Vooraleer de vensters te sluiten en de rolgordijnen neer te laten keken zij dan soms in de richting der stad, waar een lichtschijn tegen den hemelkoepel, opsteeg. Dan beseften zij pas goed hun geluk. De honden blaften in de verte, en 't was eenzaam en vredig alom. In het dorp brandde nog licht, maar het was er stil, doodstil. Slechts de wind suizelde, en op de kerk sloeg de klok.
Een verward gegons, doormengd met een paar schrille schreeuwen van koopvrouwen, woei naar binnen. Er rolden rijtuigen over de brug met ratelend geraas en den matten paardenhoefslag. Muschgetjilp suizelde in den zomerwind uit de boomen.
Het wrong zich door haar neusgaten, door haar ooren, door haar mond naar binnen, naar haar keel, naar haar maag, het suizelde met de deeltjes zomerlucht door de poriën van haar huid. Elken morgen schrok zij er van en werd er nog moeyer van.
Alléén met 'm, zei ze dingen, dingen en hier bleu, bang voor 'r vader, dee ze als 'n schuw kind, aanbiddelijk van timiede gebaartjes. De lamp suizelde, liet de bedstee in 't donker, belichtte Joozep's opwippende kin, overgulde haar gelaat met de wenkbrauw-donzing en 't zachte kafnaald-gesprei van de wimpers.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek