Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 23 juni 2025


Pencroff had vroeger op een walvischvaarder dienst gedaan, hij kon dus het klein hakken van den walvisch leiden een zeer onaangename bezigheid, die drie dagen duurde, maar waarvoor geen der kolonisten terugdeinsde, zelfs Gideon Spilett niet, die, volgens Pencroff, nog zou eindigen met "een zeer goed schipbreukeling" te worden.

"Wij zullen morgen met het aanbreken van den dag vertrekken," zeide Pencroff tot Harbert en Gideon Spilett, die zich tegen twee uur in den middag in de schaduw van een boschje te slapen legden, om eenige oogenblikken uit te rusten. "Ik geloof dat wij gerust de werktuigen en wapens kunnen medenemen, die aan den schipbreukeling behoord hebben," zeide Harbert.

Geheel Christiania wist weinige oogenblikken later alles: dat Ole Kamp, de schipbreukeling van de Viken was teruggekomen en dat hij den grooten prijs in de loterij ten voordeele van de scholen gewonnen had.

Het was zeer zonderling en men moest gelooven dat het eiland Tabor niet of niet meer bewoond was. Misschien was het geschrift in de flesch reeds maanden of jaren oud en was het in dit geval mogelijk, dat de schipbreukeling naar zijn land teruggekeerd of van ellende omgekomen was.

Harbert en de zeeman scheepten zich opnieuw in, het anker van de Bonadventure werd gelicht, de zeilen geheschen en een goede bries bracht hen binnen twee uur in de Ballonhaven. De schipbreukeling toonde zich in het begin onwillig en soms vreesde men, dat hij door een van de vensters van het Rotshuis naar het strand zou vluchten.

Top blafte nog steeds en door zijn heen en weer loopen scheen hij zijn meester te vragen om hem te volgen. "Er moet daar iets wezen, dat misschien wel een verklaring aan mijn hagel kan geven!" riep Pencroff uit. "Een schipbreukeling!" antwoordde Harbert. "Misschien gewond!" zeide Nab. "Of dood!" luidde des reporters vermoeden.

Hoe haar te ontrukken aan die gedachten, die hare geheele ziel vervulden, aan die herinneringen, die haar als met een ijzeren keten aan den schipbreukeling vastklonken? Voorwaar, een moeilijke vraag, dat zal iedereen moeten erkennen. Zoo bereikte men tusschen hoop en vrees den 12den Juli.

"Ja," antwoordde Gideon Spilett, "maar de ongelukkige heeft niets menschelijks meer!" Wat de correspondent zeide was waar. Mocht de schipbreukeling ooit een beschaafd wezen geweest zijn, hij was door volkomen afzondering een wilde, ja erger misschien, een boschjesman geworden.

Als een schipbreukeling had hij, Charles Marling, dienst genomen bij de kolonialen, in oorlog met God en de gansche wereld. Doch daar te Vredenoord vond de schipbreukeling de ware en eeuwige haven. Vredenoord werd voor hem waarlijk een oord des vredes. Zijn arm, verscheurd hart vond rust, en in zijn leven kwam een gewichtig, voor tijd en eeuwigheid beslissend keerpunt.

Ik had destijds een duister vermoeden, dat de eenzame man die op deze onherbergzame plek zijn leger had gespreid, een arme schipbreukeling moest geweest zijn, die bij eene poging om de kust langs te gaan, zich hier had nedergelegd om den barren nacht door te brengen. Gestadig bleef het weder zeer slecht; maar eindelijk stelde het ons in staat met de opmeting voort te gaan.

Woord Van De Dag

verduldige

Anderen Op Zoek