Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 25 juli 2025


Drie maanden lang had die roman van liefde haar hart doen kloppen; iederen keer, dat men achteloos zijn naam voor haar uitsprak, iederen keer, dat zij zijn naam op een aanplakbiljet vermeld zag, en nu: een enkelen blik op dien Vincents woorden ruischten haar als een echo van spot in het oor "dikken, leelijken baas", scheurde haar dien roman uit de ziel, en alles was weg, weg.

In de bedwelmende lucht leefde zij voor het eerst vol haar liefde, met opzwenkende leden en duizelende oogen. Zij zag Jozefs naakt gelaat en zijn koortsige oogen. Was dat nu het leven? Was dat nu het getrouwd zijn? De boomen ruischten haar huiveringen tegen. Haar oogleden trilden; zij kreeg het koud aan de slapen.

Anderen, die nissen hadden voor hun verwanten, staken kaarsen aan en begonnen vrome gebeden te prevelen. Men hoorde ook zuchten en snikken, die men trachtte te verdrijven of te smoren. De latijnsche woorden der gebeden ruischten door de lucht. Een oud mannetje, met levendige oogen, trad blootshoofds binnen. Velen lachten toen ze hem zagen, en enkele vrouwen fronsten de wenkbrauwen.

Het geheele voorhuis was met oude portretten behangen, met ridders in harnassen en vrouwen in zijden kleeren; en de harnassen rammelden en de zijden kleeren ruischten!

Een enkele maal was het wel of de smaragden bladeren der palmboomen ruischten en dan de zoete kristalklanken, die Anselmus op dien noodlottigen avond onder den vlierboom hoorde, als stralen in de kamer waren.

Het hazegrauwt: de lanen, vol licht weleer, de wegels en de banen en ziet men meer. Zoo stille staan als beelden, de boomen nu: die roerden en die speelden, ze droomen nu. Die ruischten en die riepen de boomen, nu, ze doen alsof ze sliepen: ze droomen nu. De takken en de blâren, de stammen zijn, die menigwendig waren, nu eens, in schijn.

De tonen, zoo klagend, die ik pas had gehoord, ruischten nog in mijn ooren, en in die op het eind loopende schemering, op dat plein, dat de Maltezers schenen te vermijden op dit uur, terwijl de muziek der veroveraars er zich liet hooren, droomde ik van de schotsche heiden, die zoo aangrijpend somber zijn, van dien laag hangenden hemel vol wolken, waar zij zich in het oneindige in voortzetten.

De bladeren boven hen ruischten steeds koeler en wuivender, somwijlen zagen zij elkanders gelaat in snellen schijn, over de bergen kwam de donder geweldig nader bolderen en steeds kusten zij elkander inniger en ongeduldiger, zij kusten slechts want zij konden niet spreken.

De groene reepen werden afgeschrapt maar op afstanden van een duim onaangeroerd gelaten; zij werden ook aan de randen afgeschrapt, zoodat zij er na droging als riet uitzagen; die losse reepen hingen af tot op de knie en ruischten harmonisch als de drager zich bewoog. Deze soort matten verborg de ledematen voldoende en gaf volledige vrijheid van beweging.

Woord Van De Dag

1195

Anderen Op Zoek