United States or Kazakhstan ? Vote for the TOP Country of the Week !


De roode Palmietboom spruit voort uit een groot getal wortels, die zig verscheiden voeten boven den grond vertoonen, alvoorens zig te verëenigen tot het vormen van den stam, die dik en hoog is: de schors is grysachtig van buiten, maar rood van binnen, en men bedient 'er zig van voor de leertouweryen. Het hout is roodachtig, hard, en tot timmerhout en ander gebruik geschikt.

Ik doodde 'er een, dien men hier noemt tigri-fowlo, of den tyger-vogel, maar dien ik veel eer voor een zoort van reiger aanzie. Hy heeft byna deszelfs gedaante. Zyne vederen zyn roodachtig, en met regelmatige en zwarte vlakken bedekt, waar van hy zyn naam ontleent.

Het oog is roestgeel, het naakte veld om het oog rood, de snavel licht bruinachtig geel, de voet roodachtig grijs of loodkleurig. Totale lengte 80, staartlengte 40 cM. De hen is kleiner, haar geheele vederenkleed is op dof roodachtig grijsbruinen grond met zwarte en donker-roestkleurige vlekken en banden geteekend. Vooral op den rug komt de donkere teekening goed uit.

Het oog is nootbruin, de snavel roodachtig wit, maar aan de spits zwart, de poot blauwachtig vleeschkleurig. De mannetjes en de wijfjes gelijken sprekend op elkander. Bij de jongen zijn het rood en het zwart aan den kop nog niet aanwezig. Totale lengte 13, staartlengte 5 cM.

Zijn korte, maar dichte en zijdeachtig zachte vacht is aan de bovenzijde vaalgrijs, aan den kop en op den rug zwak roodachtig, aan de binnenzijde van de ledematen en aan den buik geelachtig wit van kleur; een dergelijke kleur hebben de wangen en een tusschen de oogen beginnende overlangsche streep, die zich tot aan den top van den neus uitstrekt. De ooren zijn vleeschkleurig, de oogen bruin.

De iris is roodachtig bruin, de poot blauwachtig grijs, de snavel zwart. Het voedsel van dezen bewoner van Nieuw-Zuid-Wales bestaat hoofdzakelijk uit bessen, doch ook uit Insecten, die van de bladen afgezocht of van onder de schors van dikke takken opgepikt worden. De snavel, die met goed gevolg als verdedigingsmiddel dienst doet, is een buitengewoon krachtig wapen voor een Vogel van deze grootte.

De iris is donkerbruin, de snavel loodkleurig grijs, aan den wortel donkerder, de poot roodachtig grijs. In het winterkleed zijn alle tinten minder zuiver en is het rood door grijze vederranden bedekt. Totale lengte 13, staartlengte 5.5 cM. Het Kneutje bewoont geheel Europa, Klein-Azië en Syrië en komt op den trek in Noordwest-Afrika, zelden echter in Egypte.

Deze wordt namelijk slechts door twee huidplooien gevormd, die zich over de nog onontwikkelde, aan de tepels hangende jongen heenvleien. Zijn dik, zacht en wollig haar is vuil geelachtig grijs of roodachtig grijs, van onderen geel. Het bleekgrijze aangezicht is met een bruine middelstreep en met donkere ringen om de oogen geteekend, terwijl de eindhelft van den staart er witachtig uitziet.

Deszelfs lange, smalle, puntige, en beurtelings geschaarde bladeren, zyn aan de eene zyde hooger groen, dan aan de andere, en door vezelen van eene roodachtig bruine kleur verdeeld; de steel heeft ook de zelfde kleur.

De kleur van het overal lange haar is effen donkerbruin, met uitzondering van eenige weinige bruin en wit gegolfde plaatsen aan de pooten; de kop is donker bruin en grijs, het voorhoofd zwart met witte en roodachtig bruine sprenkeling. De haren van de rugmanen zijn bij den wortel witachtig grijs, overigens zwartachtig bruin van kleur.