United States or Saint Kitts and Nevis ? Vote for the TOP Country of the Week !


De iris is nootbruin, de bovensnavel hoornbruin, de ondersnavel lichtblauw, de poot vleeschkleurig. Totale lengte 17, staartlengte 8 cM. Deze Vogels zijn over alle oostelijke staten van Noord-Amerika verbreid; in het noorden van dit gebied zijn zij trekvogels, in 't zuiden wintervogels.

Het oog is nootbruin, de snavel van boven hoornglanzig zwart, van onderen loodkleurig grijs, de voet vuilgeelachtig. Totale lengte 16, staartlengte 4 cM. Onze Boomklever ontbreekt in 't noorden van Europa, maar wordt van Jutland tot aan Zuid-Europa in alle landen gevonden. Nergens vormt hij groote gezelschappen; hij leeft paarsgewijs of tot kleine familiën vereenigd of te midden van andere Vogels.

Het oog is nootbruin, de naakte rand van het ooglid geelachtig vleeschkleurig, de snavel zwart met geelachtigen rand aan den wortel van den ondersnavel, de voet licht hoornkleurig. Deze Grasmusch is misschien de algemeenste van alle op Sicilië voorkomende Vogels. Zij bewoont gebergten en vlakten, maar uitsluitend die, welker bodem met cistaceeën en heidestruiken begroeid is.

De Gewone of Noord-Amerikaansche Kalkoen (Meleagris gallopavo) is op de bovenzijde bruinachtig geel, met prachtigen, metaalachtigen weerschijn, elke veer met breeden, fluweelachtig zwarten zoom; de benedenrug en de staartdekveeren zijn donker nootbruin met groene en zwarte banden; de borst is geelachtig bruin, naar de zijden donkerder wordend; de buik en de schenkels zijn bruinachtig grijs; de stuit is zwartachtig; de slagpennen zijn zwartbruin (de handpennen met grijsachtig witte, de armpennen met bruinachtig witte banden), de stuurpennen op zwartbruinen grond met zwarte golflijnen, streepen en spikkels, de naakte deelen van kop en hals licht hemelsblauw, onder het oog ultramarijnblauw, de wratten lakrood. Het oog is grijsblauw, de snavel witachtig hoornkleurig, de voet bleekviolet of lakrood. Totale lengte 100

Het oog is nootbruin, de snavel zwart, het onbevederde deel van den poot hoornbruin. Het wijfje heeft geen zwarte keel; hare veeren zijn minder levendig van kleur, meer grijs dan roestrood. De totale lengte bedraagt gemiddeld 45, die van den staart 13 cM. Het wijfje is ongeveer een vijfde kleiner dan het mannetje.

Het oog is nootbruin, de snavel roodachtig wit, maar aan de spits zwart, de poot blauwachtig vleeschkleurig. De mannetjes en de wijfjes gelijken sprekend op elkander. Bij de jongen zijn het rood en het zwart aan den kop nog niet aanwezig. Totale lengte 13, staartlengte 5 cM.

Het oog is nootbruin; een smalle, naakte ring om het oog en een streep, die zich van hier naar achteren uitstrekt, zijn rood; de snavel is blauwachtig grijs, de voet bruinachtig. Totale lengte 26, staartlengte 8 cM. Het wijfje is kleiner dan het mannetje en heeft nagenoeg dezelfde kleur; deze is echter minder fraai, de bruine vlek op den buik minder groot en minder zuiver, de rug donkerder.

Als vertegenwoordiger van de Blaasrobben (Cystophora) beschrijven wij het dier, dat bij den Robbenslager onder den naam van Klapmuts (Cystophora cristata) bekend is. Het is een van de grootste Robben van de IJszee. Vooral is hij kenbaar aan een blaasvormige uitbreiding van de huid, die, bij het puntje van den neus beginnend, zich over de geheele bovenzijde van den snuit en het grootste deel van de bovenzijde van den kop uitstrekt. Deze blaas kan naar verkiezing met lucht gevuld en geledigd worden; gevuld, heeft zij een lengte van 25 en een hoogte van 20 cM., en ziet er uit als een muts, die naar het voorste deel van den kop is afgezakt; geledigd, is zij te vergelijken met een overlangschen richel, die den neus in twee gelijke deelen verdeelt. De kop is groot, de snuit dik en stomp, de romp is over 't geheel genomen als die van de andere Robben gebouwd. Het haarkleed is bij de jonge dieren anders dan bij de volwassene, bij mannetjes en wijfjes gelijk; het bestaat uit lang bovenhaar en dicht wolhaar; in den regel is het aan de bovendeelen donker nootbruin of zwart van kleur en met groote of kleine, ronde vlekken van nog donkerder kleur geteekend; de onderdeelen zijn echter donkergrijs of roestkleurig zilvergrijs en ongevlekt. De volwassen mannetjes bereiken een lengte van 2.3

De Pitta's zijn het talrijkst in het Indische faunistische Rijk, vooral echter op de Maleische eilanden; ook komen zij voor in West-Afrika, Australië en de tropische gewesten van Amerika. De oogen zijn nootbruin, de pooten roodachtig geel, de snavel is zwart.

De eenige vertegenwoordiger van dit ondergeslacht is de Springbok, Pronkbok of Trekbok (Antilope euchore), een zeer merkwaardige Antilope van 1.5 M. lengte, met inbegrip van den 20 cM. langen staart, en 65 cM. schouderhoogte. Haar kleur is levendig, donker kaneelgeel; een streep, die van de wortel van elken hoorn over het oog naar den neus loopt, en een andere, breedere streep, die zich langs de zijden, van den bovenarm tot het bovenbeen uitstrekt, zijn nootbruin; alle overige lichaamsdeelen zijn wit. De zwarte hoornen worden bij den bok, volgens een rechte lijn gemeten, soms wel 28