Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 16 juli 2025
Zeker, dat alles is klein tegenover dien machtigen kolossus, den Dom, dien de christelijke kunst, als een prediking in marmer, midden in deze stad heeft gebouwd; en te druk tegenover den stroeven ernst der middeleeuwsche kunst die spreekt uit de palazza's, welke de eeuwen hier hebben nagelaten en die thans de omlijsting vormen van deze onwezenlijke droomstad, waar alles klatergoud en namaak is en die straks weer zal verdwijnen, even spoedig als zij gekomen is.
Laat gij daarentegen uw strengere leer omtrent zondeval en verzoening nevens vele dergelijke, maar waarvan ik nu niet wil spreken, wederom los, en verkondigt gij anders niet dan uw Christelijke moraal en uwe begrippen van algemeen-menschelijkheid en verloochening der zelfzucht en opofferende menschenliefde, dan leert gij niets nieuws en uwe prediking wordt, voor 't minst genomen, vrij overtollig.
De prediking van de Christenen en de edele zelfopoffering van Telemachus hadden niet nagelaten zooveel indruk op de Romeinen te maken, dat zij zich zonder morren aan de wet van Honorius onderwierpen.
Langzamerhand doorziet de vriendelijkste dominee bij de toeneming van het onderling verband tusschen de verschillende Kerken deze klasse en hij komt er toe hen te onderwerpen aan een flinke arbeidsproef, meenende dat vroomheid en bedelarij niet kunnen samengaan en weigerende te gelooven, dat ooit iemand zegen geniet onder zijne prediking, die niet wil werken voor zijn brood.
Niet alsof diezelfde prediking niet in heel de natuur en in heel het Genadeverbond lag; maar haar sprake komt nergens zoo duidelijk als in uw Sabbath uit.
»Wel dat is juist het vereischte eener goede prediking, naar het mij voorkomt," antwoordde Piet ernstig, maar het persoonlijke van den aanvang ter zijde latende; »de hoorders te verbrijzelen, om ze daarna met Stefanus den geopenden Hemel te doen aanschouwen! Wie niet in staat is dezen weg met zijne gemeente te gaan, behoorde, mijns inziens, niet eens den predikstoel te beklimmen."
Onze Fries Harle werd door de prediking en het voorbeeld van den eenen of anderen ierschen of schotschen monnik, die als zendeling onder de heidensche Friesen het kerstengeloof verkondigde, genoopt om het ruwe jagers- en visschers- of zeerooversleven, of ook het zwervende herdersleven dat hy voerde, te laten varen.
In de Gemeente van Thessalonica waren in de dagen van Paulus reeds menschen, die deze gevolgtrekking maakten. Paulus moest sommigen uit die gemeente vermanen »te werken met hunne eigene handen.« Mede door de prediking van den komenden Christus waren deze menschen er toe gekomen hun dagelijkschen arbeid te verwaarloozen. Waarom zou men arbeiden? Was de Heer niet nabij?
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek