Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 20 juli 2025


De godsdienst die hij in zich aankweekte had eigenlijk weinig meer gemeen met het katholieke kerkgeloof; die godsdienst bestond voornamelijk uit een vroom gevoel, een verteedering des harten voor het opperwezen, een begeerte dat te naderen, met totale verwaarloozing van dogma's en geopenbaarde waarheden en bijzonder weinig respekt voor het kerkelijk gezag en de traditie.

Deze overheerschende macht deed zich in den loop der tijden voor als: De Goden, een Opperwezen, de doode natuur, een sloopende, een besmettelijke of een erfelijke ziekte, als de Maatschappij, de Conventie, als een mensch, onweerstaanbaar door zijn verdorvenheid of zijn goedheid. Doch zoo zag Goethe de menschen niet. God en het Geschapene waren voor zijn intuïtief levensgeloof niet te scheiden.

Schoon geene waardigheid in de Sint-Odulfsche hiërarchie bekleedende, oefende hij over zijn broeders dat gezag uit, hetwelk de min verhevene zielen onmisbaar onderwerpt aan den invloed van de zoodanigen, die met rijkere vermogens van verstand en geest door het Opperwezen begiftigd zijn: en geen besluit werd ooit genomen, geene benoeming gedaan, geen brief van eenig aanbelang geschreven, waar broeder Syard niet over geraadpleegd werd.

Maakt u zich daarom niet over ons ongerust, lieveling, als onze toekomst eens donker mocht zijn. Zóó lang er op aarde nog tranen te drogen zijn, nog harten liefde behoeven, zullen uwe bruine vriendinnetjes werk hebben en bezig zijn, dat is: gelukkig zijn. Werkelijk, maak u zich niet ongerust over ons, nu niet en later niet, nooit! Draag ons op aan het Opperwezen, aan den Vader van Liefde!

Tracht men aldus bij het onderwijs der jeugd die deelen in hun vorigen verachterden toestand alleen te verbeteren en te zuiveren, zonder hen tegelijk te verhoogen, zoo zal men gebrekkig werk leveren. Zie blz. 130. Zelfs menschen, welke zich boven de voorstelling van middelaars verheven hebben, zijn niet vrij van het toeschrijven van menschelijke denkvormen aan het Opperwezen.

Deze vorderen verklaringen betreffende het werelddoel, de bestemming van den mensch en het Opperwezen, verklaringen bij elke hoogte dier eischen met betrekking tot deze in geene voldoende mate te geven.

Wèl moesten wij eerst over een langen weg van dorens gaan, voor wij tot de poort kwamen, die onze ideeën toegang tot haar hart verleenden, maar eenmaal er voor ontsloten, blijft het er voor openstaan. Véél heeft onze lieve goede Moeder en hebben wij geleden, vóór wij elkaar op die punten ontmoetten. Goestikoe = mijn Goesti. Met Goesti wordt hier het Opperwezen aangeduid.

Het verweer kan ook in dit geval eenvoudig zijn en minder gezocht dan de tegenwerping: Iphigenie is nog niet ontbolsterd als het schouwspel begint: ze is niet de wijze vrouw, die ze in zich heeft. Het dramatiesch gebeuren pas maakt haar vrij van Heidensch bijgeloof over de verhouding tusschen mensch en Opperwezen. De ontvoering beramend, die voor haar een leege formule is geworden, ziet ze een licht opgaan, dat haar veroorlooft, afstand te doen van het haar overbodig geworden beeld; eerst d

Onder die dwalingen, door constante oorzaken bij de godsdienstbegrippen teweeggebragt, behoort de speciale en directe goddelijke veropenbaring. Deze dwaling zal in kracht afnemen, naarmate de voorstellingen van den aard en de werking van het Opperwezen minder gebrekkig worden. Integendeel doet de met de beschaving toenemende behoefte aan godsdienst haar in kracht toenemen.

»Dat het Opperwezen u verhoore!" sprak Partridge met indrukwekkend gebaar. »Wanneer oom Sib en oom Sam ooit zoo'n paartje met het een of ander aardig Schotsch meisje gevormd hadden, dan zouden zij aan het algemeen noodlot niet ontkomen zijn en miss Campbell zou dan twee tantes meer tellen in hare maagschap!"

Woord Van De Dag

soepe

Anderen Op Zoek